“Jonge Japie, wat kan het leven ingewikkeld zijn. Gisteren zag ik Harms fietsen. Zelfs met dit beestenweer is hij op zijn karretje weer in de weer. Ik vroeg hem hoe het ging. Nou Japie, hij had vegen van verf op zijn gezicht, de baard wordt met de dag grijzer en volgens mij wordt hij ook eigen wijzer”. Japie keek eens naar zijn vaste stamgast Wapse. Het kleine pientere boertje uit de Friese wouden zat duidelijk weer op het level “ nieuwsgierige Wapse3 ”. Japie zag het wel. Heb je nog gevraagd hoe het met hem ging? “ Japie had altijd open vragen voor zijn gasten en Wapse was vaak een bron van vermaak. “ Ach Japie, veel wilde hij niet zeggen. Hij zat ergens op een schilderachtige geestelijke gesteldheid. Hij had het over bomen, kleine bruggetjes, pastel, olieverf. Zo mompelde hij wat af. Ook vertelde dat hij tegenwoordig met vriendelijke mensen van velerlei soort aan het schilderen was geslagen. Beetje veel dames, maar volgens hem viel het gekwebbel buitengewoon mee, dan een vluchteling, ook een soort Picasso die super snel zijn werken kon af boetseren, ja zo zei hij het, af boetseren. Nou, dat snapte ik niet. Maar die man, die bleek meer een paletkunstenaar te zijn. Deed volgens Harms, zoveel en zo snel met het “mes” . Toen ik hem vroeg of de vork er dan ook bij was, had je Harms moeten zien kijken. Die dacht natuurlijk, zo is hij wel, dat ik hem bij de “poot” nam, maar Japie, jij weet: ik ben alleen maar oprecht belangstellend. Enfin, ’t schoot Harms blijkbaar beetje verkeerd. Net of ik niet weet hoe de vork in de steel zit. Maar goed, hij bromde iets van “ de groeten Wapse, ik moet mij concentreren op mijn stukken. Niet dat het veel voorstelt, maar , zo zei hij “ik knutsel maar wat af”. Heb hem gevraagd of ik wat van die schilderstukjes mocht zien. Nou, als een speer. Die ouwe Harms had werkelijk nog wat sjeu in de beentjes. Man hij was weg voordat ik het in de gaten had.” Even zweeg Wapse. Keek naar zijn vriend Japie, “ Weet je Japie, doe mij maar een burgertje van de beren. Harms is best een aardig jong, maar of ie echt vaardig is met kwast en mes? Ik geloof er niks van.” “k Zal het hem eens vragen Wapse, en hier is een burgertje van het huis. Als we Harms tegenkomen zullen we er toch maar niet meteen over beginnen”.
De beide mannen verzonken boven hun Beerenburgertje in diep gepeins.
“ Nou Wapse, dat Harms een kwast is, dat is mij duidelijk. Dat hij de kwast hanteert? Het verbaast mij in hoge mate.” Wapse schudde het hoofd. “ Neen Japie, mij niet, hij loopt eigenlijk al jaren met een potlootje en krijtjes in zijn handen. Heeft het echter nooit gezegd. Ooit heeft hij zelfs een cursus cartoon tekenen gedaan heb ik wel eens begrepen. Maar vorig jaar toen zat ie ineens in de “koppen” en nu probeert hij het Verweggistan van het schilderen onder de knie te krijgen. Blijkbaar in de olie. Maar als ik de laatste berichten moet geloven zal Harms niet “in de olie” gevonden worden. Je weet het nooit met hem, maar dat hij het echt eens op een zuipen zet? ‘k Waag het te betwijfelen. Hij mag “niks” meer hebben van de dokter, zei die. En hij was altijd al “niet scheutig” met dat gebeuren. Weet je Japie, op mijn kosten? Doe mij maar een BB’tje man. Ik kan op één been niet langs de Goddeloze Singel naar mijn Waldhûske. En ik ga die site van Harms maar eens bekijken of daar wat staat over schilderen, plamuren, tekenen, potlood of krijtstreepjes trekken. Je weet maar nooit.”
Wapse rekende zijn vertering af. Altijd op de cent nauwkeurig. Daar kon zelden een ”fooi” af. Maar ja, dat kende Japie wel. Hij had toch liever de iets gullere Harms op bezoek. Maar die zat blijkbaar in de olie. Japie schudde zijn wijze hoofd. “Ach,” zo mompelde hij, “ die bevlieging zal ook wel weer overgaan en dan pakt Harms zijn geliefde fiets en gaat hij weer kamperen. Tenminste: als zijn lijf het toelaat en Harms toestemming heeft van zijn hele echte eigen baas.”
Nunspeet, 19 november 2024.