Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Hemels

“Ha Japie! Wat een prachtig weertje vandaag. Blij met de regen, want het was erg droog op de Veluwe.”  Verrast loenst Schele Japie naar de  binnenkomende Harms. Meteen sloeg de sfeer in het kleine café de Gulle Gaper om.

“Die is er ook knap vroeg bij, dacht hij. Goed geluimd ook, dat is ook nog wel eens anders.”  Maar Japie kende zijn Pappenheimers. Spreken is zilver, zwijgen is goud, maar bij Harms is het klikcontact als iets natuurlijks. “ Fijn Harms dat je er bent. Hier man, een pruttelbakje van mijn eigen gebrouwen bruinenbonensap.”

Heel rustig kabbelt daarna het gesprek over koetjes en kalfjes. De dampende bak koffie verblikt noch verbloosd. De beide mannen slurpen langzaam echt proevend van de “bijna hemelse”  drank.  Even flikkert het op, als Japie begint over de wolf. Maar Harms valt niet echt te vermurwen, Japie zag het, Japie zweeg.

“Weet je Japie, en een glans over Harms snufferd werd bijna groot, weet je, Japie, waar ik gisteren op hemelvaartsdag ben geweest ? “Ik zou het niet weten Harms”. “Joh, gewoon naar de Sionskerk in mijn eigen woonplek.” “Moest je dan niet in de file naar die club in Biddinghuizen Harms?” Even trok er een kleine grauwsluier over Harms aangezicht. “ Neen Japie, dat is mij veel te massaal. En die nieuwe liedjes, hum, ik weet niet of ik mij…maar ja, ach die voorganger van gisteren, nou ja, die is niet van gisteren hoor Japie.  Hij is wel gek op hardcore of zo. Brrr, man daar krijg ik, als hardhorende gast toch wel heel erg de kriebels van. Toen ik dat las moest ik mij wel even “vermannen”. Stel je toch voor dat hij ook nog onder de tattoos zou zitten. Maar goed, hij weet het vast wel als ik de digitale annalen zo bekijk, maar ik heb toch de stoute schoenen aangetrokken, mij innerlijk verzet tegen die dwaasheid in mijn ogen en heb de stap gedaan. Hemelsvaartsdag in de Sionskerk. Kerel, ik heb …doe nog eens een bakkie Japie? ..ik heb genoten.

Maar ik moet die man uh, eerwaarde,  jammer dat hij zijn rooie sjerp bij de , toga dus,  niet om had. Van zoiets word ik nl. best blij, zo’n mooie sjerp om de schouders of zo, dat kan ik appreciëren Japie, maar ik zal toch eens vragen waar hij die prachtige “wet(s)tekst ” vandaan heeft gehaald. Het was gewoon indrukwekkend. “

Even keek Japie of hij het water van de geest zag branden. Harms leek wel helemaal in de wolken. “Man kun je dan blij zijn met “wetstekst?”  Harms keek zijn vriend de tappersgast uit de Friese Wouden bijna meewarig aan.

” Japie, man, het was gisteren van de hel naar de hemel. Tijdje terug was er een jong predikmannetje die een hele preek over de hel heeft gehouden. Die komt nu in de buurt wonen ook nog. Nou ja, dat is er eentje die graag een biertje drinkt (zou hij prima bij jou kunnen doen trouwens) maar deze hield het op de hemel. En die is wonderbaarlijk dichtbij. Om het eens ouderwets te zeggen Japie, wie het vat, vatte het. (Niet dat vat dat die jonge gast wilde aanslaan, al is een biertje op zijn tijd, zeker als ie van de trappist afkomstig is, hemels.)

“Merkwaardig” mompelde Japie. Bijna Schaduwiaans “merkwaardig”. Die hel is toch ook om de deur? Enfin, Harms had hem blijkbaar goed zitten en niet eens meer aan de kleine versnaperingen. O% tegenwoordig. Maar zelfs dan kan Harms zijn uitstekende humeur verpakken in zijn verhaaltjes. Even moest Japie grinniken. Van innerlijk plezier hupte zijn linker oog naar zijn rechter en visa versa. Harms zag het. En hij genoot inwendig van die fijne tapper. “Maar hoe ga je nu verder Harms? “ Japie was inderdaad, zoals een echte gastheer betaamt (dacht Harms) erg inlevend. “Ách, Japie, weet je, ik zal die man toch nog eens vragen of hij die wetstekst aan deze oude geschriftensnuffelaar kan doen toekomen. Japie, om de waarde van wetten te kunnen proeven, moet je ze kauwen. Herkauwen, en het je laten doordringen. Eigenlijk, net als bepaalde dranken, indrinken. En daar mag je zelf, ik denk dat die hardcore man het wel met me eens is, van “dronken” worden.  Dus ik zal die herrieschopliefhebbende predikheer eens vragen. En maar hopen en bidden dat het niet met hardcore wordt verkondigd.” Even keek Japie naar zijn vriend Harms.  “Ik begrijp je helemaal Harms, ik deel  je voorkeur aan het herkennen van de Eeuwige in het suizen van de zachte stilte.”

Grijnzend schoof Japie een glas toe aan Harms met een brouwseltje uit ’s Heeren wijngaard. “Geniet van het goede Harms, op mijn kosten man, een Sonnema’tj één keer dan.”  Samen hieven ze het glas, en nu maar afwachten of die predikheer uit Nijverdal de wettekst kan opborrelen.

Beide vrienden tuurden naar de hardcore van hun kleine versnapering.

“Weet je Japie, teveel van dit spul is of wordt een hel, maar  bij een verstandig gebruik kan het zelfs na hemelvaartsdag wel eens “hemels” zijn.”

“Sa ís it mar krekt, myn jong” beaamde Japie en vergenoegd lurkten beide vrienden nog maar eens aan de druppels van hun glaasje. Proost op de predikheren.

Nunspeet, 3005202

Harms is de weg kwijt

“Nou Japie, kijk we krijgen bezoek”. Even was Japie van slag. Bezoek? Zo door de week? Of zou die Wapse zelf van slag zijn?

Niet veel  later kwam er met enig lawaai een scooternozem aangescheurd. ‘Tjonge, Wapse, moet je kijken, die kerel heeft rode tassen”. Wapse rukte van slag zijn brilletje van zijn pientere neusje. De scooterman stierde zowat als een razende Roeland naar binnen. “Môgge mannen!” Huh? Die stem? “Waarachtig Harms, ben jij dat?” De helm werd van de romp getrokken, handschoenen vlogen over de tap en na wat gefrunnik, bril af bril op verscheen Harms helemaal in motor outfit ten tonele. Natuurlijk, Japie wist niet hoe hij kijken moest. Opnieuw schoten zijn linkse oog en zijn rechtse oog kruiselings door de herbergruimte. Wapse trok wit weg. Oeps,  Harms dacht even dat de defribilator van de kast getrokken moest worden. Zelf zou hij er bijna een hartverzakking van krijgen. Die Wapse toch.

Uit de jukebox kreunden de Kicks nog net hun mooiste lied. Gelukkig was het niet de Engelbewaarder die op stond, of nog erger misschien die bakherrie van een Hazesfiguur. Nee, Japie had wat dat betreft nog goede smaak. En na enig gesnuif en gesnotter kwam ook Wapse weer terug in de realiteit. “Wat krijgen we nou Harms? Weg die ligfiets? Hoe moet dat nou met die site van je? Jij op een brommer? Ben je weer een echte bromnozem aan het worden?” Wel de vragen, Harms had het allang voorzien, vlogen over de tap kast. Doe mij eerst maar eens een bruinenbonensapje Japie! Nou dat was niet aan dovemans oren gezegd. Japie stond al klaar en net zoals Wapse, maar niet zo uitgesproken in zijn gedrag, was de belangstelling voor het fenomeen scooter ook op Japie zijn gezicht te lezen.

Harms was zich bewust van de geweldige aandacht. De hele middag van zijn rondrit naar de Friese wouden had hij al genoten van de tot op het bot jaloerse mannetjes op leeftijd die vanwege die rare Harms ineens op een scooter met zijn hele tentuitrusting over ’s Heeren wegen aan het scheuren was.

Het landschap van weldadigheid deed Harms geweldig goed. Ooit had hij onderzoek gedaan naar landlopers en soortgenoten die in die contreien werden opgeborgen, al was dat natuurlijk niet geheel de juiste natuurlijke omschrijving van die arme stumpers, en inmiddels was hij in de contreien van Frederiksoord en Willemsoord aangeland. De heftige koude noordenwind was doorkliefd met de scooter. Gelukkig voorzien van een prachtig windscherm, maar fris was het toch wel. Volgende keer maar een lange onderbroek aandoen, bedacht Harms.

“Harms, man, vertel nou eens, wat jou mankeert? Jij op een scooter? Hoe haal jij dat nu…””  Wacht Wapse, je wil alles meteen tot op het laatste naadje van de kous te weten komen. Ik zal het kort houden. Ik wilde en moest er gewoon even tussen uit.  En wat is nou mooier om weer even naar het heitelan te gaan? Nou dit dus.. En daarom ben ik hier.”

“Ja ja, Harms maar jij op een scooter?” Het werd zelfs Japie te machtig. “Ach Japie, je bent jong en je wil wel eens wat. In de zestiger jaren had ik dat al eens gedaan met een neef van mijn vrouw. Zoek dat maar eens op, met foto’s en al op het regionaal net. Welnu, ik ben met pensioen en wilde wel even wat anders. Komt mijn schoonzoon met een mooie aanbieding, nou ja die heeft een stuk of drie vier van die dingen staan en deze vond ik wel een knappe. En brommeren is mij niet vreemd. Lang verhaal kort: de Kymco heb ik gekocht van mijn schoonzoon, die is blij, dochter gelukkig want weer eentje minder in de schuur,  schoonpa wat centen minder,  vrouwlief niet geheel ontevreden want zij heeft een tevreden man en dus zei Harms: voordat het winter wordt wil ik het eens proberen. Toeren zonder dat ik over mijn toeren raak.  Ik moest er maar een beetje extra op gaan letten en zo kon ik toch nog een eindje weg.

Japie, man die koffie is na een rit van 130 km best te drinken. Schenk nog maar eens in.”

Beteuterd door het kort verhaal keek Wapse wat voor zich uit.” Jij Harms, je bent eigenlijk gewoon de weg kwijt man.” Nee hoor Wapse, zo vulde Japie aan, hij is weer een bromnozem “.

Harms zuchtte. Ach mensen, wat is er mooier om van de vrijheid te genieten?En soms gewoon even van de weg afgaan? De weg kwijt? Het is een way of life.

Harms is mediageniek

“Môgge Japie”.” Dag Harms, alweer in de Friese wouden? Man man, waar haal je de energie vandaan”.” Ach Japie, als je gejaagd wordt door de wind dan kom je nog eens ergens. Je had het al gezien toch? Nieuwe tv. En de wereld ligt meteen compleet aan je voeten. Lang verhaal kort, Japie.” “Oh Harms, dat lukt je niet denk ik zo”. “Ho Japie, ik zal het toch maar effe zeggen. De vrouw is soms knap bij de pinken. “
“Bij de pinken, Harms? Wat is dat nu weer? Heb jij van die jonge beestjes? ”  “Ken jij die uitdrukking dan niet? Man ze is gewoon slim en niet zo slim als jij denkt, slimmerik, denk daar maar eens over na..” Japie, schuifelde nu wat voorzichtig achter zijn oude tapkast. Wat had die Harms nu weer? Zou hij gepikeerd zijn? Even schrok Japie van zijn eigen slimmigheid, maar echt, zo slim was het niet. Harms verdrukte zijn eigen gevoelens in het vergiet van vergevensgezindheid. Ach die Japie, beste vent natuurlijk soms een beetje simpeltjes, maar super oprecht en een fijne vriend. Harms, nee dat had hij nooit gedacht dat zijn vrienden in de kroeg zijn vrienden zouden worden. Hij had een pesthekel aan veel gezuip en overmatig drankgebruik. Maar bij Japie was het op zijn eigen geboortegrond herkenbaar “Niet te schielijk mensen”. Zoiets. En ach, bij Japie kon je je verhaal van vreugde en verdriet best kwijt. Gek eigenlijk als je wat ouder wordt, dat je die gevoelens wat makkelijker (h)erkent. Enfin, Harms, vindt zich blijkbaar een sentimentele zakkenwasser aan het worden. Met dankbaarheid in heel zijn gemoed lurkte hij aan een lekkere bak troost (zit het woord vertrouwen in hoorde hij vanavond ook nog) . “Ja Japie, ik ben mediageniek aan het worden. Vrijdag had ik een best jong en famke over de vloer. Die zou de “ouwetjes” in de wijk wel effe helpen. Ziggo had een paar mooie doosjes “mediaboxen door de brievenbus laten kieperen. Maar die  hap aansluiten op de de nieuwe tv da’s wel een dingetje. Man, t’s was super gezellig met die beste mensen, alleen werd ik wel een paar keer zo tijdens al dat geknutsel geconfronteerd met mijn ouderdom. Ach, dat jongmens zal het goed bedoelt hebben. De generatiekloof is mij wel duidelijk geworden. Maar hoe dan ook Japie, beide tv’s zijn thans in het netwerk van wifi (is iets dat door de lucht of door kabels en kastjes gaat hoor, Japie) in mijn wereld ingetreden. Man man Japie, ik kon in mijn eigen manceef naar de fietsende vrouwtjes kijken en het was voor dit heerschap wel een die niet valt onder de vluggertjes. Door die enthousiaste jongeman uit de buurt met zijn ega, die trouwens ook best van wanten wist, zijn wij na enkele uurtjes gekeuvel en geknutsel digitaal weer helemaal bij. Kom Japie, die man had zelfs zoveel te vertellen over een of andere dooie keizer uit het nabuurland dat ik bijna weer terug was in het land van mijn eigen oude geschriften geschiedenis.”

“Nou nou,  Harms, nog wat te drinken? “Kijk Japie,  een glas helder gerstenat ’t zou bijna lekker zijn, maar een glas aqua destilata,  maar dan uit de kraan, is heerlijk.”

“Tjonge Harms, wat fijn dat je nu weer  een heldere en brede kijk op deze wrede wereld krijgt. Al vraag ik mij de laatste tijd wel af of dat prettig is”.  “ Ja man, het zal mijn beperkte blik verruimen. Ik word nog wel eens mediageniek. “Je bedoelt dat je gek op de media wordt, Harms? Met al die k…programma’s? “Even werd Harms stil van Japie’s  scherpe blik op de wrede werkelijkheid van het mediageneuzel. Schreeuwerige aankondigingen van wat je zien moet, eindeloze herhaling van altijd weer brallende reclames, nergens nog enig fatsoen op die buis. Schofterig taalgebruik, ja het was tegenwoordig soms om met schaamte naar de buis te zitten kijken. Kom er maar eens op, zelfs simpel de “knop omdraaien” is ook niet meer zo makkelijk. Even schoot Harms in de rol van  zielig gepieker en bepeinzer van het levenslot. Dan is het zo,  schoot het door het brein van Harms, inderdaad misschien toch een desinvestering. Ineens besefte hij dat hij wel heel mooi de fietswielerij en de prachtige natuuropnamen beter kon zien. Voorzien van allerlei handigheidjes. Een glimp van dankbaarheid glom door de grijze baardhaartjes heen. Ja, Harms voelde zich weer bij de tijd.   “En doe vooral de groeten aan on ze kleine nieuwsgierige vriend Wapse. Want die wil natuurlijk  meteen weten welk soort, hoe groot, wat ie kan en zo,  wil weten. En daar ben ik best een beetje moe van Japie, dus weet: ik pak de fiets voordat ie hier naar binnen stormt. Doe hem vooral mijn warme groet en tot een volgende keer maar weer.”

“Dag Harms”. En voor een zeventig -plusser  sprong ’t ouwe baasje nog verrassend  soepeltjes op zijn fiets.  Bijna mediageniek te noemen.  Weldra was Harms  met de Noorderzon vertrokken.

Harms in verbondenheid met de (digitale) snelweg

“Dag Japie”. “Ha die Harms, mooi dat jij aan komt wippen in de Gulle Gaper. Koffie?”
Een brede grijns over de verweerde snuit van Harms was zijn deel. Natuurlijk, Harms zonder koffie is zoiets als een tv zonder beeld. Beeldig misschien, maar voordat je het weet is dat een partijtje chagrijn waar je niet goed van wordt. Enfin, de koffie van Japie was zoals van ouds, voortreffelijk en in de stilte van de Friese Wouden werd er dankbaar gelurkt aan de dampende bak.
“En Harms, nog wat bijzonderheden? “ Kijk, bij Japie noemen we dat niet nieuwsgierig, maar meelevend. Ach en Japie en Harms, ze kennen elkaar nu inmiddels al jaren. Zijn vriend Japie is van een soort zwijgend genot onder de spreekwoordelijke bruinebonensap.
“Nou Japie, da’s te zeggen. Ik zou zeggen Japie, het leven van deze pelgrim ontvouwt zich amechtig tot een boekwerk met vele pagina’s. De gedachten vliegen, net als de tijd door het universum van mijn hersenen. Bijna gaat de pan borrelen Japie. Op deze levensreis wil ik je dit wel melden: de aansluiting op de televisie van mijn hoorapparaten Japie is eindelijk gelukt. Gisteren had ik een nieuwe tv gekocht. En expert(s) of niet, er viel nog behoorlijk wat te digitaal donderjagen zal ik maar zeggen. Man man, wat een zoektocht was het door de woestijn van het digitale leven. Voor jonkies zal dit wel super dom klinken, wij, mensjes op deze aardkloot van zeg maar de “ouwere generatie” raken vanzelf gedegenereerd.”
“Ho, Harms, niet van die deftige kreten gebruiken hoor, ik snap je bijna niet meer”.
Even blikte Harms in het oneindige blikveld van zijn vriend de kastelein. “Welnu Japie, ik beperk mij (is een opgave dat weet in inmiddels wel) maar na een gruwelijke investering in kabels en omvormers werd ik ook nog eens gezegend. Dat zou je bijna vergeten tijdens het instellen van zo’n nieuwe verrekijkerssysteem Japie, maar echt, ik kreeg zowaar van een Expert(medewerker) een zwikkie kabeltjes en snoertjes cadeau. Kom daar nog maar eens om. Ik weet het, ik had die TV bij een bollende firma of zo kunnen kopen, en vermoedelijk voor een paar tientjes minder, maar de plaatselijke middenstand staat bij mij ook op plaats één. Enfin, die verkoper Japie, heeft mij voor nop een paar extra kabeltjes en dingetjes toegestopt als manna in de woestijn. Het is mij mede daardoor nota bene echt gelukt om mij hiermee digitaal te verbinden met het netwerk van gehoorgestoorde (dat bijvoeglijk naamwoord moet er wel bij natuurlijk) mensen. Enfin, ik troost mij dat ik thans volop kan genieten van de wonderlijke aaneenrijging van noten en klanken die door deze oorversterkers werken als de spreekwoordelijke hartversterker van Boomsma of Sonnema Beerenburger.”
“Kijk Harms, dat is nu eens taal die in begrijp”.

“Wel is het helaas nog steeds zo dat op of via de beeldbuis een wonderlijk mensenstemgeluid van een vrouw waarneembaar is. Permanent, als, ik zou bijna zeggen, als een echte vrouw, maar dit zal wel een AI’tje zijn, die ons permanent van commentaar voorziet. Onze digitale worsteling Japie, van mijn lieve vrouw en van mij, is een worsteling zoals Jacob bij de Jabbok.
“Oh Harms, maar niet opgeven man, want ik meen dat er staat” “ik laat niet los tenzij Gij mij zegent” of zo was het toch?”
“Zeker man, als ik dat mens heb verwijderd zal ik een gezegende zijn. Dat klopt. En ik heb er alle vertrouwen in dat mede door de ondersteuning van You Tube en niet te vergeten mijn dus onvergeten en onvolprezen-ja ja daar mag best wel een flinke schep bovenop- vrouw en echtgenote het zal lukken om dat mens in de hoek van de eeuwige stilte te doen verdwijnen. Zo’n plekje gun ik haar van harte, Japie. Of te wel: kop dicht, of nog wat groffer: “bekhouwen…”
“Doe nog maar een bakkie troost man met een watertje. Al het water van de digitale Jordaan kan mijn hoop op de stille toekomst voorlopig nog niet afwassen.”
Het werd stil in de Gulle Gaper. In de verte kwam Wapse aangekart.

“ Ha, die piest dan mooi naast dit verhalenpotje Harms”, zei Japie.
En zo is het.

Nunspeet, 28/3/25

Pagina 1 van 93

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén