De sleurhutjager. De pest van de de camping. Geleuter? Walgelijk. Van mijzelf. Inderdaad, vandaag durf ik er een beetje voor uit te komen. Ik wil nog steeds vooruit komen in de wereld. Nou, dat kan ik op bepaalde vlakken wel vergeten. Vandaag heb ik de stap van melancholie compleet bereikt. Ik ben van mijn geloof gevallen. En vallen doet zeer. Moet ik mij nu echt verantwoorden? Ach, neen. Het gaat eigenlijk niemand iets aan. Ik doe wat ik doe en doe wat ik wil, maar toch… Diep in mijn hart heb ik kennelijk toch een beetje afscheid genomen. Van het kamperen met een tent. De Waard was veel waard. En de, in vele vormen afgekeken soorten tenten die ik dan heb, zijn nog steeds veel waard. Maar toch heb ik de stap genomen om een caravan aan te schaffen.
Mijn leven staat op de kop.
Mijn gemoed is gekweld. Mijn ego kennelijk aangetast. De schande in de familie is nu echt een feit. Pieter in een caravan. En tot mijn grote woede, frustratie en verdriet, schande en weet ik wat voor grote woorden nog meer, moet ik erkennen: dit is machtig. Machtig makkelijk. Machtig leuk. Machtig op de camping en machtig voor je mobiliteitsgevoel. Raar? Kan wel zijn, maar in de lenigheid van mijn geestelijke vermogens heb ik eigenlijk al afscheid genomen van mijn tent gevoel. En natuurlijk is een tent fantastisch. Maar wat is dit makkelijk!
Dochter had het natuurlijk allang voorspeld. Dochter had natuurlijk allang de nodige en onnodige geestelijke druk uitgeoefend. En stiekem hadden we wel eens extra gekeken naar die hele speciale caravannnetjes. We willen nu eenmaal niet (zo snel) met die massa sleurhutjagers mee. ’t Was met die kou van de laatste weken en het gekuch eigenlijk geen doen. Vrouwlief weigerde in alle facetten van haar menselijk bestaan om met manlief er op uit te gaan. Dat voel je. Dat merk je. En ik wil toch. Enfin, dat internet wil je natuurlijk wel wijzer maker. En vele uurtjes zoeken en ploeteren leveren natuurlijk een steeds grotere begeerte op. Walgelijk eigenlijk. Dan toch maar niet. En je gaan orienteren op die mechanisch voortbewogen campertjes. Dat valt echter geheel buiten het bereik van de financiele polsstok. Een andere auto? Een ruimere die we ombouwen tot? Een caravan. Ach weest tevreden met wat je hebt. Kijk, dit is zo’n korte omschrijving van het geestelijk polsstokspringen. Geestelijk fierljeppen of zo.
Nou ja, ik ben gewoon knots. En nu heb ik in no time even een sleurhutje gekocht. Een tweede handsje, dat wel. Nieuw begin ik al helemaal niet aan. Een eigen wijs mannetje blijf ik want ik wil ook (nog) niet aan de electra. En dat gas in die bak durf ik eigenlijk ook nog niet te gebruiken. Maar trekken? Gaat als de beste. Ben ik nu bekeerd? Ik ben een (beetje) bekeerd! En laten we wel wezen als we eens naar die plaatjes kijken, is het toch geen wonder? Het is een wonder. Wonderen bestaan. Uit velerlei oogpunt was ik al tot die conclusie gekomen, maar ja, dat het zelfs bij het kamperen gebeurde? ’t Is misschien wel van de “duvel” maar zo voel ik mij ook wel een beetje. Beetje beduveld. Nou ja, kijk maar.