Ik sla de bladzij om. Ik tik….en dan?
Zomaar ineens. Het schiet zomaar door je heen. Als een kogel door de boerenkool. Zit je daar de hele ochtend met een eeuwenoud boek voor je neus. Elke keer dat je de namen overtikt besef je ineens: zij hebben geleefd. Ze hebben gevreeën, ze hebben gelachen , ze hebben gehuild. Ze hebben geleden en zijn overleden! Dood. Allemaal. Stuk voor stuk.
Ergens heeft iemand eens besloten dat je moest worden genoteerd als zijnde geboren. Ergens hebben we in het verleden besloten dat je ergens moest worden opgeschreven waar je ergens hebt gewoond. En zomaar –meer dan een eeuw later!- uit het niet “kom je als het ware tot leven
HJ
Dat is inderdaad toch anders dan een rijtje namen…