Vandaag zou ik een foto maken van mijn collega. Ze zou gaan wandelen. Of lopen. Dat is natuurlijk al een verhaal apart. Enfin, Harmelen als carnavalhappening, dwong mij tot omleidingen. En ja hoor, dan niet meteen naar de wandelroute. Omweggetjes makend, en laverend langs de uitgedoste menigte die al behoorlijk aan het veredelde gerstenat had genipt, maakte het mij wat lastiger. Eindelijk had ik de route te pakken. En de eerste wandelaars of hoe die types ook moeten worden aangekondigd, verschenen in beeld. Ja, wat ontwaarde ik nu? Sjofele schuifelende sjokkende zwiepende zwalkende types. Vrolijke en schagrijnigkijkende schuifelaars. Zombies of juist de blik op oneindig en hun verstand op nul. De fanatieke en de verveelde. De eenvoudig voorschrijdende en de fluks stappende loper. Met stok en zonder stok. De een op zijn tandvlees, sjokkend, de ander zwiepend met beide armen die bijna uit de kom vlogen terwijl het ene been amper voor de ander kwam. Vriendelijke sjokkers op gympen of juist met hele mooie outfit.Sjofele mannetjes en vrouwtjes. Verzuurd kijkende en vrolijk fluitende stappers. Sjokkers, schuifelaars, slingeraars, strompelaars wiegelaars met wiegelbips, waggelkont de ene bil omhoog trekkend de ander slaat van links naar rechts, met strakke billen, slanke benen, kromme “poten” gespierde onderstelten, strak in de aftekende broek of juist weer niet. Krom en scheef recht of uit het lood, van alles wat. Het ratjetoe aan struiners, strompelaars krakers, zwiepers, schuivers en sjokkers, steuners en zwalkers. Maar hoe moet ik dat nu betitelen?
Ik keek mijn ogen uit. Vaak als ik naar mijn werk fiets en de trein het volkje uitspuugt kijk ik. Naar al die verschillende-vast en zeker geëvolueerde- aapachtige, homo sapiens. Hoe moet ik ze noemen?
Het blijven vraagtekens. Mijn collega? Nooit meer gezien. Die was vast allang op het “honk”. Of naar carnaval. Die gezwinde tante, type “wiegewaggel” maar wel snel, was in geen velden noch wegen te bekennen. Die houdt haar foto nog te goed. Maar wel sta ik open voor nieuwe aanduidingen van alles wat zich op twee voetjen voortbeweegt. Types die ik in zijn algemeenheid, totdat ik een beter woord van u krijg maar neetzet als: voetverzetters.