‘Nou Harms, alle beste wensen voor 2015’ . ‘Dank Japie. Dat heb ik wel nodig.’ Beide mannen zaten aan de stamtafel in café de Gulle Gaper. Schele Japie keek met zijn ene oog naar buiten het andere was op Harms gericht. ‘Gaat het wel goed Harms?’ In de stem van Schele Japie klonk de bezorgdheid door. ‘Ach, weet je Japie, soms zijn de dingen in het leven wat ingewikkeld. Vannacht kon ik eerst de slaap niet vatten.’ Japie keek nog eens naar Harms. ‘Logisch toch Harms, met al dat vuurwerk’. ‘ Nee Japie, man, daar had ik geen last van. Maar mijn Kronieken over 2014. Ze knaagden een beetje aan het geweten. Gisteren hoorde ik dat ik er niks meer aan kon veranderen. De klep van mijn gedachtenisput stond door de preek van de dominee een beetje open.’ ‘ Was het zo,n beerput dan, Harms? Ongelooflijke gedachte is dat voor mij. Die dominee heeft zeker een beste donderpreek gehouden. Komaan man, neem eerst een hartverwarmend Fries drankje. ’t Zal je goed doen.’
In diep gepeins verzonken de mannen bij hun kleine bitterkruidje.
‘Ach Japie, er zijn zo veel zaken die soms uit het binnenste opborrelen. Weet je, ik houd best wel wat zaakjes bij, maar niet alles staat in mijn geschriften opgeschreven. Ik had het er met mijn vrouw over, om nog één keer dit jaar –dus 2014- mijn biezen te pakken en te gaan kamperen in de sneeuw. En het is er niet meer van gekomen’.
Ongelovig keek Japie nu naar Harms. ‘Dat meen je niet, of, oh ja, jij hebt een sleurhut. Natuurlijk, dan zou het kunnen.’ ‘Kom Japie, dat is natuurlijk niet natuurlijk. Met de tent dat is natuurlijk. De sleurhut is voor de gezamenlijke vakantie. Maar met de tent is het ultieme. Je weet toch wel dat het oude volk Israël ook in tenten bivakkeerde? Zelfs de God van Israël vond een tent niet te min voor Hem. Hij woonde jaren in een tent. Nou en als Zijn volk en Hij ook in tenten bivakkeerde, waarom zou ik dan in een sleurbak door de woestijn van het leven gaan recreëren? ‘
Harms zou bijna van de barkruk afvallen, zo verbaasd was hij door de reactie van zijn vriend schele Japie.Met de sleurhut, ja, dat is nu eigenlijk niet echt..
‘Ja, Harms, jij bent misschien iets bijbel vaster dan ik, maar er staat toch ook dat je mag genieten van het goede?’ ‘Nou, Japie, dat komt goed uit. Dat doe ik ook. Neem eerst een drinkbaar bittertje van Sonnema, want niet alles is Mara!’
Beide mannen verdiepten zich nog eens in de heerlijke kruidendrank. ‘Weet je Harms, ik wil nu toch wel eens weten wat dan je probleem is. Want kijk, volgens mij gaat Krijn ook met een Willy jeep, door de velden. Die rijdt toch ook niet meer op een kameel? En die kent die jongens van Israel toch ook wel.’
Harms rechtte zijn rug. ‘Kijk Japie, jij bent vroeger waarschijnlijk nog wel onder de wapenen geweest. Moest je waarschijnlijk ook een schuttersputje graven en slapen in een puptentje. Jij bent gewoon een kerel geworden. Kamperen in een tent is eigenlijk net zoiets. Dat moet je gedaan hebben. Ondervonden hebben. Van mijn broers heb ik geleerd dat het echte leven begint onder de luifel en met storm desnoods met de scheerlijnen tussen de tanden. Je moet toch minstens een paar keer in je leven weten hoe dat is. Het volk Israël heeft er een dikke veertig jaar over gedaan om het te onderkennen. En ze kwamen daarna in het beloofde land.’ Japie keek met grote ogen Harms aan. ‘Maar man, tegenwoordig kun je met een tent ook kamperen op het Beloofde Land!’
‘Oh, je bedoelt die christelijke camping op de Veluwe? ‘ ‘Zeker, Japie wat goed van je dat je dat weet. Er zijn nog meer christelijke campings hoor en daar kun je nog heel wat geloofsgenoten ontmoeten. En doe je het in een tent, ach dan heb je best nog heel wat broeders en zusters.Sterker, vaak hebben ze zelfs ook nog een tent der samenkomst”.
‘Ja, ja, Harms, maar jij kent toch de uitdrukking wel ‘ze vechten elkaar de tent uit?’ Daar zal die dominee van je wel aan hebben gedacht, of niet?’
Harms moest er wel om grinniken. Door het gesprek met zijn vriend Japie fleurde hij zowaar op deze eerste dag van het jaar weer helemaal op. Fijn toch als mensen invoelen hoe belangrijk sommige zaken zijn. ‘Leuk Japie, dat jij dat zegt. De dominee dacht dat zoiets alleen geleerd kon worden in een huis. Nou man, jij kent in ieder geval de klappen van de zweep. Het voordeel van een tent is dat je je dan bv. leert je te beheersen anders genieten niet alleen de buren maar ook de hele meute pelgrims van het gekijf. En zeg nu zelf, niemand wil de vuile was buiten hangen. Verblijven in je tent is dus een goede geestelijke oefening. ‘k Zal je een geheim verklappen, Japie. Met mijn vrouw kampeer ik altijd samen in een tent, met anderen alleen in mijn eigen tent. Zo heb ik mijn eigen stilte en meditatieplek. Dicht bij de natuur. Dicht bij de primaire levenselementen aarde, water en vuur. Mozes heeft het zelf ook ervaren.’
Harms zweeg. En dacht hij ‘misschien zijn eigen vuurwater’, maar dat speelde meer in andere tijden, wel in westerns niet in het westen.
‘Ja ja, maar hij kwam niet in het beloofde land, Harms,’ repliceerde Japie. Even leek Harms van zijn stuk. ‘Je hebt gelijk Japie, maar hij heeft een plek gekregen volgens de dominee die zo mooi was, dat hij daar nu geen gemis meer van voelt.’ Gelukkig, dacht Harms, dat ik dat nog heb onthouden, want anders had ik mooi voor aap gestaan.
Japie moest even die uitleg verwerken. ‘Weet je Harms, volgens mij ben jij gelukkig hé, in een tent. Ik moest ook meteen denken aan ’tent der samenkomst’ en in de psalmen wordt ook heel vaak gesproken over hoe goed het is te wonen in tenten. Bovendien, Paulus was toch ook tentenmaker?’ ‘Gut Japie, nu je het zegt, het was zelfs zijn broodwinning.’Harms keek zichtbaar opgelucht. ‘Japie, man, ben ik even blij dat die wijsneus van Wapse er niet is. Als logementshouder weet jij mij behoorlijk op te beuren. Dank man. Ik was best een beetje van mijn à pro po gebracht vanmorgen door die preek. Zoiets blijft dan hangen. Maar zo’n dominee zou eens mee moeten met zo’n weekend van de 4 musketiers. Evangelisch onderbouwde recreatie met momenten van stilte en mannelijkheid. Niks geen overdreven luxe van hotelkamers, dure vakantie verblijven, maar even terug naar ‘moeder aarde, vuur maken met vuursteentjes, je eigen bakkie koffie bij elkaar laten pruttelen, primus aansteken, kampvuurtje etc. Dicht bij de elementen van de natuur ervaar je vaak de grootheid van de schepping. Volgens mij kan daar geen hotelkamer tegen op. Als je het geritsel ’s nachts hoort van een egeltje, starend naar de miljoenen sterren, als je je tentje open doet. Ach man, weet je, dat heb je ook niet eens in een sleurhut. Ook al heb ik wel eens in de voortent geslapen. Een eigen klein fijn lichtgewicht katoenen tentje…’
‘Nou Harms, voor mij heb je gelijk. Hier neem van mij nog een zoet kruidenbittertje. Echt uit de natuur. Als jij dit jaar op je pelgrimage door het leven wil, Harms, zonder al te grote ecologische belasting van Zijn schepping, dan ga jij lekker genieten man van je tentje en je fiets. Dan vervuil je niets en als ik je goed begrijp geef je eer waar de eer toekomt. Wat man, ik zou eigenlijk wel mee willen, maar ja, de tap moet wel blijven stromen.’ Harms was zichtbaar bewogen. Fijne vent, die Japie.
‘Japie, dank voor je woorden man. Weet je, ik geef vandaag geloof ik maar wat extra in de collecte voor thuis -en daklozen. Samen moeten we maar eens een weekend plannen. Ik heb tentjes genoeg. We regelen wel wat. En desnoods moet die dominee maar gewoon eens vrij plannen’ . ‘Of een Hagepreek inlassen”, zei Japie. Kom, we nemen nog een afzakkertje op het nieuwe jaar. ’t Is misschien zo gek nog niet. ‘Zeg Harms, hoe ga je dat noemen? Het Harmelense stiefkwartiermakertje?’ Japie slofte snel weg.
Voor een bakje troost.
Geef een reactie