Tien jaar. Voor een kind op weg naar volwassenheid een echte mijlpaal. Voor een tehuis was het een heel belangrijk moment van herinnering. Hart van Thornspick. Ja, het woord smaakvol uitspreken laat de pupillen veranderen in genots pupillen. Smaak met heimwee.
Via het medium dat alle andere mediums verslaat, facebook, werd mij even verteld dat dit heerschap in beeld en geluid ook het tienjarig bestaan had opgeluisterd. Eerlijk is eerlijk, dan word je toch gewoon nieuwsgierig. De ijdelheid kreeg een veer op de bekende plaats. Maar even tot tien tellen kan geen kwaad. En het besef, wordt mij nu een poets gebakken? deed mij huiveren tot op het bot. Tja jochie, “ijdelheid der ijdelheden”…Het product “opvoeding” deed mijn gestreelde trots meteen weer een beetje inkrimpen waardoor ik met beide beentjes op de koude veenachtige gronden van het Groene Hart werd neergezet. “Oh ja, je stond er mooi op hoor, Pieter, maar ze wisten niet meer goed wie het was”. Ja kijk, hoezo “vereerd?”. Gewoon knetterhard op je plaats gezet. Geen kouwe kak daar in het aloude Doornspijk. Grenzeloos woedde de strijd om “te weten”. Wat was dat dan? Wat hebben ze gehoord? Wat hebben ze eigenlijk gezien?
Onderzoeker der geschriften als ik van professie ben, ben ik in mijn computerbestanden gedoken. Maar om mijn ego niet al te veel te strelen: geen bekend iets van een foto. De mailtoegang werd mij, kennelijk van hogerhand bestierd om mij niet al te veel te laten voorstaan op mijn “ik” voor een mooi poosje geweigerd.
Een tienjarig bestaan. Veel werk werd en wordt er gedaan door Willem Bossenbroek en Gerard Lokhorst. En laat ik die laatste nou eens effe goed kenne…Een briefje, een vraagje, en ja hoor: de foto die dit “heerschap” den volke heeft voorgeschoteld….wat zal ik zeggen?
Kijk:
Wonderlijk, treffend. Er was ook nog wat van mij…schrik niet: voorgelezen. En uit de diepe krochten van mijn pc weet ik nu wat dat geweest is, nl het volgende:
“Vrienden van Hart.
Soms zijn er wonderlijke dagen. Dagen die nooit hetzelfde zijn. Vandaag is een dag die ik niet zomaar vergeet. Vergeet het maar. Wat heb ik nu weer aan de fiets hangen?
Op weg naar een garage om even naar een auto te kijken deed mij besluiten maar door te fietsen. De zaak was gesloten. En het was allerfantastisch mooi weer. Nou, dus ik karren over ’s Heeren wegen. De Bovenweg, de Rode Landsweg de Zuiderzeestraatweg en dan toch maar door langs Seldenrijk. Dat past bij me. Zelden rijk of toch niet? Tussendoor naar de Lageweg en dan maar eens kijken of ik via….Maar zover kwam ik niet. Er stond een echte Doornspieker op de weg. En de weg naar Buitenhuis werd me aangewezen. Maar door nieuwsgierigheid gedreven kreeg het gesprek wel even een andere wending. De Doornspieker is nu eenmaal een “bietie nieuwsgierig.” Zonder het met zoveel woorden te zeggen werd er eigenlijk gevraagd “van wie ben ie er ene?”. Maar die hoed en die kop en dat “hoar om de bek “en dat platte proaten, da’s veur mien nu niet drekt een naore aongelegenheid. En dus kwam de buurman d’er bie, en nog ene en ene van de melkboer en zo stonden we te proaten of het glad geen geld zou kosten. ’ t Mocht wat. Ene was er die mien drek van veerre had herkend. Dat was Dirk. En om een lang verhoal kort te maok’n, ik zou en mos mee noar het Hart van Thornspic. Konden al die Doornspiekers eens effe lekker bie proaten, toch? En het was bere gezellig. Ik was gewoon effen thuus. Ene had mijn schoenen nog gepoetst, toen ik klein was. Die had zogezegd bij ons “gediend”. Vrouw Holstege uit het Siede. En mijn allereerste lieve juffrouw van de lagere school, die mij het A B C had geleerd en leren schrijven was er ook. En de dochter van Van de Bosch, de penningmeester van het schoolbestuur. Och mien jong, mien hart ging glad open. Wat een wereld van herkenning. Ene die bie mien vôa an schoele was e wès. De meester was goed streng. En eentje had nog een brief van de meister. Toen ie in het ziekenhuis had gelegen. Zwarte Willem met de vrouw, die was er ook. En hoe het met al die broers en zussen was. Ze wisten dat er eentje zat in Nieuw-Zeeland, Jan, maar Kees en Hans? Hoe is het nu met Baukje? Dat er eentje was getrouwd met een Stronkhorst en Hans de fotograaf. Nou, voordat mijn broers en zussies naast hun schoenen gaan lopen, meer ga ik niet verklappen. Maar een best glas wijn was mijn deel. En wat in het vat zit verzuurd niet. Een wonderlijke dag. Van knotsveel herinneringen. En nieuwtjes. Nooit geweten dat pa in de oorlog op de Hoge Enk nog les had gegeven. Dat de Gerf. Kerk in de oorlog vol zat met vluchtelingen. En onze school ook.
Zo’n dag. Vergeten? Doornspiek vergeten? Mens ik verlang er naar om…terug te goan.”
Doornspijk. Thornspick.
Waar eens mijn wiegje stond
hoe kan ik U vergeten?
Ik praat u naar de mond
maar ‘ k wilde het ook wel
heel graag weten. Zij en ik
zijn elkander niet vergeten.
Bert
Mooi stuk Piet. wat let je om terug te keren:):):)
Harms
Beste Bert. Doornspijk zal het niet worden, maar de Noord-West Veluwe heeft wel mijn belangstelling.