Slik en ach, een achter achter nicht.
Het was wel weer even slikken. Eerst een lekker tochtje door de Doornspijkse dreven. Er even uit. De geest verzetten. Je niet verzetten tegen diepere emoties. Gewoon er uit. Even Doornspijks luchtje pakken. En zo stevenden wij af naar de Burgemeester Frieswijkweg. Wilden wat halen. Bewoners waren weg. De weg vervolgen, door de Grevensweg en rond en door het Siede. Daarna toch nog even langs de Achterweg. Altijd weer een genot van rust, ruimte en vlak bij het oude honk. En zo maar door.
Oh ja, laten we dan ook nog even een drankje kopen. Het hoesten en proesten moet toch eens worden onderdrukt. De auto werd bij de Plus gestald. Ontdaan van centen koekeloerde ik naar zo’n prachtig geldautomaatspugertje.
Tja, de besluiten waren snel genomen. Jij gaat geld uitgeven aan hoestdrankjes. Ik moest toch even slikken. Geen cent meer in de knip. Dan ben je geen knip voor de neus waard, bedacht ik mij. Dus dat zal ik eens even rechtzetten.
Ik zal effe “pinne”. Nou, dat “effe pinnen” deed mijn gemoed geen goed. De pas werd bijna ingeslikt. Slik, wat’s dat nou? Ja daar kon ik wel even van kokhalzen. Geen code, geen niks, geen pas, geen code…
Geen telefoonnummer te vinden hoe te handelen. Met sleutel, mes en pincet geprobeerd dat pasje eruit te prikken. Mooi niet. Nog eens met een ander pasje en ten einde raad, oei mijn pas, mijn centen, werd ik bijna kriegelig. Dit is niet leuk. Teneinde raad maar gebeld met de Rabobank. “Ja meneer” die is dus ingeslikt kun je niets meer mee en je ….
Een fantastische voorbijganger, wat heeft onze lieve Heer toch fijne medemensen gegeven, was opnieuw behulpzaam en warempel, ineens kon ik mijn pincode toevertrouwen aan de gulle gaper. En maar effe wat gepind voordat ik misschien straks helemaal niks meer kon. Wat zijn we zo langzaam maar zeker toch vreselijk afhankelijk van en aan die rottige pasjeszooi. En eerlijk is eerlijk, laat ik toch een paar centen uit de muur kunnen trekken en? Mijn pasje spuugt ie weer uit ook!
Dat was schrikken. Dat deed mij heftig slikken.
Dolblij. Maar voel me zwaar “bij de poot genomen”. Zo wordt je wel een poot uitgetrokken. Want nieuwe pasjes kosten vast en zeker ook weer geld.
Het hoestdrankje was al aangeschaft. Digitaal betaald drankje. En hup naar huis. Controleer mijn telefoon en, he, ik ben gebeld door een lieve achter achter achternicht. Dat is opnieuw slikken. Want wat zou zij te vertellen hebben?
Blijkt dat ik haar kennelijk gebeld heb en zij mij niet. Ik moest even slikken. Of ik nou een beetje begin door te draaien of zo. Toch geeft dat Chinese wondertje van connectie echt aan dat dit leuterijzer is gebeld door genoemde jonkvrouw. Wie is er nou…Nou ja, toch was het gesprek fijn en goed. Wat moet een mens wonderlijke familiaire wegen gaan. Langs een geldwonder tot digitale verbintenissen. En toch is het “eigen”. We hebben als mensen wat weg te slikken.En zelfs nu, na een fijn contact, spoel ik mijn mond om die geldwolven aan de muur toch maar uit te spugen. Want hoe je het ook wend of keert, zij geven graag maar het kost je altijd geld.
Ik bekeek mijn rekening. Zie je wel, d’r is gewoon geld afgegaan….
Ik moest even slikken. Straks neem ik dat hoestdrankje. Maar van het onvoorziene contact met mijn familielid in het hoge noorden hoef ik niet te slikken. Hooguit als ik het glas even ophef voor haar.