De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Maand: oktober 2024

Ontmoeting op de Klarenbeek

“Kijk eens aan, Harms is weer eens aan de wandel geweest.” Wapse schud zijn grijze haardos en kijkt met een schuin oog naar Schele Japie.  Nou is Schele Japie wel scheel, maar in een of andere ooghoek, bij Japie weet je natuurlijk nooit welke, hij had wel door dat Wapse toch wilde weten of hij wel luisterde. Japie had een tweede natuur als het om wonderlijke typetjes ging. Wapse was zeker geen uitzondering op al die gasten.” Ja Wapse, dat zal vast. Hoe kom je daar bij?”

Beetje verrast was Wapse  wel. “Zo dus je hoorde wat ik zei?” “Zeker Wapse. Zoals je weet is interesse voor elk medemens mijn handelsmerk. Harms, zo zei  je, hij was aan de wandel geweest. Hoe weet jij dat? “

“Nou Japie, Harms, hoe zal ik het zeggen,  zat een beetje “hemels” op een bankje voor zich uit te koekeloeren. Ergens kreeg ik het gevoel dat hij barstensvol zat met nostalgie. Hij keek verheven met ja, een peinzende blik of zo. Toen ik hem daarop aansprak begon er werkelijk waar, Japie, een waterval. Hij bazelde iets over een Lindenburg en Doornspijk. Ook begon hij dat hij eindelijk eens iemand ontmoet had die echt geïnteresseerd was in zijn geboortedorp. Blijkbaar had hij met man en vrouw erg prettig geconverseerd. De schoonheid van de Klarenbeek, de historie van het landgoed, de Lindenburg en de verschrikkelijke realiteit van een  mens die daar omkwam ,  het is allemaal in het gesprek langs gekomen zo zei hij. Laat die man ook nog eens zoon zijn van hetzelfde soort als zijn vader, kortom Harms was blijkbaar in zijn sas. En het was geen eens geweldig weer zo zei hij tegen mij, maar weet  je Japie, bij Harms is het eigenlijk altijd wel geweldig weer. En blijkbaar was zijn geboortegrond er eentje die hem met blijdschap vervulde. Ach in de korte ontmoeting had hij helemaal zijn jeugd in het gesprek kunnen vertellen. Waar hij had geschaatst, en iemand uit de blubber had kunnen trekken. De modderschuit van zijn buurman en de plekjes waar hij toen al in de vrije natuur kon gaan kamperen.  Ja, zo zei hij tegen mij, afgezien van zeer vreemde gekke plannen om de rust in dat deel van het dorp te voorzien van een nieuw kerkgebouw, die plek, die omgeving het  was echt geweldig. “

“Nou Wapse, ik denk dat het tijd wordt voor een bak bruine bonensap. Zullen wij er vandaag maar een lekker Fries plakje suikerbrood bij doen?”  Natuurlijk liet zuinige Wapse zich dat niet door zijn vingers glippen. De dampende koffie, het plakje suikerbrood, de mannen zwegen. Bijna was het perfect. Maar alleen Harms ontbrak.

Verder weg op de Veluwe zat Harms achter zijn laptop te prutsen. Er moesten wat plaatjes van Doornspijk, verleden in beeld, worden verzonden . Kreunend zat Harms te hakkelen achter zijn digitale verbinding met de wereld. Was ik maar in de Friese wouden” , mummelde hij. “Moest ik weer zo nodig mensen enthousiasmeren over Doornspijk, de Klarenbeek, de Vuurdoorn?” Een glimlach ontsproot aan zijn grijzer worden snuitwerk. “t Is goed zo, beter blije mensen dan mopperaars. En er waren er twee best wel gelukkig over die ontmoeting”.  Even nam Harms afstand.

Nog eens rukte hij de ontmoeting voor zijn geest. Toen schoot het door hem heen dat de plek voor een toekomstige kerk toch niet op dat eilandje van de ter ziele gegane muziektent zou worden gerealiseerd. Ineens werd het humeur van Harms op onweer getrokken, “Ze zouwe toch niet…” Harms schudde zijn wijze hoofd. Belachelijk. Maar ja die plannen… Enfin…

“  Ja, schreef zijn gesprekspartner,  Harms bekeek het nog eens op de wonderlijke digitale verbintenis ,  “Leuk u gesproken te hebben en alvast dank voor de titel en informatie, groeten Marc”.  

Als zonlicht over zijn gezicht zo sloot Harms het verhaal maar af. Met plaatjes, toch wel.

 “t Was echt wederzijds mensen”. Nog eenmaal keek Harms op van zijn scherm. Tja, ook zijn geboortehuis stond erop. En dan kan ik dit ook afsluiten. Mooi stil die Klarenbeek. En die nieuwe mensen?Pfft, die wonen daar toch effe mooi in “zijn” dorp met de klare beek.

Nunspeet, 30 oktober 2024

Harms onthuld een geheimpje

“Wonderlijk, Japie,daar heb je Harms!” Beide mannen kijken nu uit het raam van het kleine Friese café aan de Goddeloze Singel naar buiten. “Ik geloof dat je gelijk hebt, Wapse. Die heb ik al bijna een jaar niet gezien. Nou, die is er beslist ook niet dikker op geworden. Weet je, ik maak maar vast een kop bruine bonensap voor hem”. Japie spoedde zich naar de tapkast. De pientere Wapse kijkt nu uit naar de openzwaaiende deur. “Ha Harms, man leuk om je te zien!” Even verbaasd over zoveel spontaniteit en hartelijkheid kijkt Harms op. “Ha mannen, goede morgen”. Niet veel later zitten de drie vrienden aan de geurende koffie. “t Is, Japie, of ik het jaren gemist heb. Kerel wat is dit spulletje van jouw toch altijd weer lekker.” Beide andere mannen kijken bijna verbouwereerd naar de man uit de Veluwe. “Mooi, Harms, dat je het heitelan weer eens komt opzoeken. Zo lang geleden.” Ja Wapse, meende dat een voorzichtige opmerking het doel van Harms reis wel wat zou verduidelijken. Harms moest er wel een beetje om lachen in zichzelf. “Zeker, Wapse, het leven gaat en het komt en het gaat verder ook al ben ik dan niet altijd in jullie landschap. Maar je weet, het gaat soms niet altijd over rozen. We tobberen wat af als een dobber op de wateren van het Reitdiep. Maar ach, somberen mijn beste, is niet op zijn plaats. Mooi nog steeds hier. Friese wouden en Friese vrienden. Wat kan een mens nog meer willen?”

“ Wat doe je nu zo al, Harms? Nog steeds snuffelen in de ouwe boeken?”

Even moest Harms wat wegslikken. Een bezoekje van zijn oud directeur aan de Veluwse gronden schoot door zijn hoofd. Dat was wel echt geweldig geweest. Al was het met wat horten en stoten. Dichte deuren van een trein, scheuren over ‘s Heeren wegen om de beste man op te halen. Maar ook geweldig lekker smakelijk smikkelen en met ega van Harms in het Nuwenspete, de verhalen van het verleden extra lekker lang na laten smaken. “Je bent denk ik wel goed van pas ”. Natuurlijk de nieuwsgierige Wapse had het wel opgemerkt. Harms had het best naar zijn zin. “Ach Wapse, vandaag deed ik een ontdekking. Ontdekking uit het verleden. En eerlijk is eerlijk, het deed mij goed.  Je loopt immers over deze aardkloot te kuieren, je denkt na over het leven, je ergert je bont en blauw over de verschrikkelijk rambam die “politiek” heet. Je schaamt je letterlijk de oren van je hoofd voor je eigen regering. De hufterigheid die ze ten toon spreiden. Je maakt je zorgen over wat er van deze wereld, zijn bestuurders vooral, terecht moet komen en dan heb je op je ouwe dag ook nog wat hulp troepen ingehuurd. De verzorgster, Wapse, van ons nederige stulpje, die vertelde mij een verhaal wat mij wel goed deed. Haar lieve moeder kende mij. Of beter gezegd: zij had van mij gehoord. Zij had nota bene, echt waar Wapse, van mijn vader, je weet wel hoofd der school in een heel klein piepplaatsje, een cadeautje gehad. Ja ja, Catherina Zuidenrijk wist het nog maar al te goed. Zo had zij het haar dochter  verteld. Ik heb dit nooit geweten. Kijk,  een geboortekaartje dat kon er voor dit heerschap niet af. Maar wat zij vertelde maakt het dan wel weer wat (ver)draagzamer. Altijd heb ik gedacht dat ik niet zo welkom was in deze wereld. En tot je stomme verbazing….  “


“Nou, Harms, wat..”Ja Wapse, wacht even. Japie?” “ Oh, borreltje Harms? Een BB’tje??  “ “ Ho ho Japie, dat gaat niet meer man. De dokter heeft het mij verboden. Ik  moet er maar mooi mee stoppen, zei, die.  Anders stop ik voordat ik kan verklaren wat er te vertellen valt. “ “Meen je dat Harms? Is t zo erg?” Japie keek wat verwildert van dat bericht. “Ik vond je al wat magertjes geworden Harms. Maar ach dan zal ik je wel een kop koffie geven met een plak Fries suikerbrood.” “Ooh Japie, ook dat mag niet. Ik ben te lang te veel besuikerd, dat’s nu net mijn probleem. Doe maar gewoon een bakkie teut man, dan ben ik al heel gelukkig” . Weg was Japie. De koffie mokken werden vervolgens gevuld.” Nou vertel Harms. Vertel.”  Bedachtzaam staarde Harms in de koffiemok. Nog eens roerend en zuchtend zei hij: ”En dan zal ik jullie nu het geheimpje maar verklappen. Maar Japie, geen borrels meer, geen sukerbrood en vooral niet vertellen dat ik er echt wel gek op was. ’t Zat zo. De moeder, Catharina  van onze trouw hulp in  het huishoudelijk gebeuren herinnerde zich mijn naam. Harms, tja die zou ze wel eens willen spreken. Nou ja, mensen, je weet ik ben van de hardhorende en niet meer zo, hoe zal ik dat zeggen al dat “belangstellende gebabbel en gevraag”. Ik weet daar niet zo best meer mee om te gaan. En ik heb ook nog wel eens de indruk dat de geboorteplaatsmedemensen mij wel heel graag de “les” willen leren. Maar goed dat ligt allemaal aan mijn eigen jeugdverdriet denk ik. Ja, de krant had ik een jaar nadien al gehaald. Slikken of stikken, zo had een leerkracht van de school van mijn vader luidkeels aan de krant en dus de lezers doorverteld. Sta je meteen vanaf je prille jeugd al in de hoek van… . Hoe dan ook, ja, haar moeder Catharina Zuidenrijk, tja die ken ik ook niet. Maar nu wil het verhaal dat zij beschuit met muisjes heeft gekregen op school van het HDS. Kun je nagaan, ter gelegenheid van mijn geboorte.

Mannen, ik stond paf. Ik ben de hele dag in de wolken. Blijkbaar waren ze toch beetje blij met mij. En ik had juist die hele morgen gezocht of er niet ergens een sprankje hoop was. Krijg ik dat te horen tijdens de koffie”.

De mannen zwegen. “Jemig Harms. Da’s verduveld mooi man. Ze waren echt blij met je. Beschuit met muisjes! Zo’n boodschap is toch veel mooier dan een geboortekaartje?”

Harms ontmoet Stiefelaar

Ding dong. De bel gaat. Harms kijkt op zijn telefoon. De camera laat een man met een blauw shirt en pet zien. “Nou, jammer dan,  die ken ik niet”  mompelde Harms. En ja, omdat Harms gewoon in de winkel was, kon hij de deur toch niet openen.

Een uurtje later zaten Harms en de vrouw gezellig aan de koffie. De berg etenswaren en aanverwante artikelen waren opgeruimd en weer ging de bel. Harms schoot in zijn sloffen en opende de deur. Daar stond warempel diezelfde man. “Dag Stiefelaar”  zo waren de woorden van de beste bezoeker.

“Pfft, die leest mijn stukkies! “En Harms veerde op. Maar ‘t heerschap was hem onbekend. Welnu na enig geestelijk heen en weer gebabbel werd het Harms wel duidelijk. Een oud klasgenoot. En ja de doos van gezamenlijke belevenissen uit vervlogen tijden schoten als een TGV door de kamer. Een foto waarop beide vrienden als vrienden waren opsteld werden digitaal uitgewisseld. Moderne tijden voor “ oude”heren.  Harms moest er wel om lachen. Het werd nog bere gezellig. En toen ook het boek over de Hervormde School van Doornspijk ter tafel kwam, was het pleit beslecht.

Vader politie en de andere vader hoofd ener school met een bijbel, cq met de Bijbel (in Staten Vertaling, ook dat nog). De herinneringen vlogen over de tafel. ’t Was aangenaam keuvelen. Het boek werd ter hand gesteld. De foto’s van al die vroegere klasgenoten werden bewonderd. Doorgesproken. Almen, de Baankreis, de zandverstuiving, de Badweg aan de Haere, de levensloop van Stiefelaar en bezoeker, je zou er van in de Put kunnen raken maar in deze ontmoetingen werden ze uit de put van vergetelheid onttrokken. Wonderlijk. Mooi.

Harms zit op  een bankje in de  Nunspeetse bossen. Bedacht dat ontmoetingen als deze waardevol waren. Ja, zo zei Harms tegen Stiefelaar, kerel, dat zijn goedmomentjes. Hoop dat Puttemans maar snel nog eens op de koffie komt. En niet op de koffie natuurlijk.

Nsp.sept.2024

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén