“Kijk eens aan, Harms is weer eens aan de wandel geweest.” Wapse schud zijn grijze haardos en kijkt met een schuin oog naar Schele Japie. Nou is Schele Japie wel scheel, maar in een of andere ooghoek, bij Japie weet je natuurlijk nooit welke, hij had wel door dat Wapse toch wilde weten of hij wel luisterde. Japie had een tweede natuur als het om wonderlijke typetjes ging. Wapse was zeker geen uitzondering op al die gasten.” Ja Wapse, dat zal vast. Hoe kom je daar bij?”
Beetje verrast was Wapse wel. “Zo dus je hoorde wat ik zei?” “Zeker Wapse. Zoals je weet is interesse voor elk medemens mijn handelsmerk. Harms, zo zei je, hij was aan de wandel geweest. Hoe weet jij dat? “
“Nou Japie, Harms, hoe zal ik het zeggen, zat een beetje “hemels” op een bankje voor zich uit te koekeloeren. Ergens kreeg ik het gevoel dat hij barstensvol zat met nostalgie. Hij keek verheven met ja, een peinzende blik of zo. Toen ik hem daarop aansprak begon er werkelijk waar, Japie, een waterval. Hij bazelde iets over een Lindenburg en Doornspijk. Ook begon hij dat hij eindelijk eens iemand ontmoet had die echt geïnteresseerd was in zijn geboortedorp. Blijkbaar had hij met man en vrouw erg prettig geconverseerd. De schoonheid van de Klarenbeek, de historie van het landgoed, de Lindenburg en de verschrikkelijke realiteit van een mens die daar omkwam , het is allemaal in het gesprek langs gekomen zo zei hij. Laat die man ook nog eens zoon zijn van hetzelfde soort als zijn vader, kortom Harms was blijkbaar in zijn sas. En het was geen eens geweldig weer zo zei hij tegen mij, maar weet je Japie, bij Harms is het eigenlijk altijd wel geweldig weer. En blijkbaar was zijn geboortegrond er eentje die hem met blijdschap vervulde. Ach in de korte ontmoeting had hij helemaal zijn jeugd in het gesprek kunnen vertellen. Waar hij had geschaatst, en iemand uit de blubber had kunnen trekken. De modderschuit van zijn buurman en de plekjes waar hij toen al in de vrije natuur kon gaan kamperen. Ja, zo zei hij tegen mij, afgezien van zeer vreemde gekke plannen om de rust in dat deel van het dorp te voorzien van een nieuw kerkgebouw, die plek, die omgeving het was echt geweldig. “
“Nou Wapse, ik denk dat het tijd wordt voor een bak bruine bonensap. Zullen wij er vandaag maar een lekker Fries plakje suikerbrood bij doen?” Natuurlijk liet zuinige Wapse zich dat niet door zijn vingers glippen. De dampende koffie, het plakje suikerbrood, de mannen zwegen. Bijna was het perfect. Maar alleen Harms ontbrak.
Verder weg op de Veluwe zat Harms achter zijn laptop te prutsen. Er moesten wat plaatjes van Doornspijk, verleden in beeld, worden verzonden . Kreunend zat Harms te hakkelen achter zijn digitale verbinding met de wereld. Was ik maar in de Friese wouden” , mummelde hij. “Moest ik weer zo nodig mensen enthousiasmeren over Doornspijk, de Klarenbeek, de Vuurdoorn?” Een glimlach ontsproot aan zijn grijzer worden snuitwerk. “t Is goed zo, beter blije mensen dan mopperaars. En er waren er twee best wel gelukkig over die ontmoeting”. Even nam Harms afstand.
Nog eens rukte hij de ontmoeting voor zijn geest. Toen schoot het door hem heen dat de plek voor een toekomstige kerk toch niet op dat eilandje van de ter ziele gegane muziektent zou worden gerealiseerd. Ineens werd het humeur van Harms op onweer getrokken, “Ze zouwe toch niet…” Harms schudde zijn wijze hoofd. Belachelijk. Maar ja die plannen… Enfin…
“ Ja, schreef zijn gesprekspartner, Harms bekeek het nog eens op de wonderlijke digitale verbintenis , “Leuk u gesproken te hebben en alvast dank voor de titel en informatie, groeten Marc”.
Als zonlicht over zijn gezicht zo sloot Harms het verhaal maar af. Met plaatjes, toch wel.
“t Was echt wederzijds mensen”. Nog eenmaal keek Harms op van zijn scherm. Tja, ook zijn geboortehuis stond erop. En dan kan ik dit ook afsluiten. Mooi stil die Klarenbeek. En die nieuwe mensen?Pfft, die wonen daar toch effe mooi in “zijn” dorp met de klare beek.
Nunspeet, 30 oktober 2024
Geef een reactie