De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Over peinzen

Langs de oevers van de voormalige Zuiderzee reed Harms op de fiets. Zijn blik priemend in de verte. Zij hoofd op hol. Hij had veel om over te peinzen. Harms stapte af. En ja hoor, aan de boorden van die oude Zee borrelde het bij Harms. Moet ik hier nu over peinzen ? overpeinsde hij. Een lichte ergernis maakte zich van Harms meester. Geen meesterlijke zet,  bedacht hij. Nee, wat zijn dit nu voor oenen? Ben ik nu gek of lopen die lui van natuurbehoud werkelijk de kantjes van de oude Zuiderzeewal af?  Zo peinst Harms wat af. Of overpeinst hij de kwaliteit van het onderwijs en de voorlichtingsactiviteiten van overheidswege. Harms kijkt nog eens. Prachtig verhaal over de Friese evangelieprediker Liudger, Harms peinst, ziet hij het nu goed? Bij de oorsprong van de Kerk staat dan ineens Sint Ludgeruskerk. Nou heeft Harms niet zoveel met heiligen, maar een “i” wel of niet, geeft wel aanleiding tot verleiding om een brief op poten te zetten. Peinzend neemt Harms afstand van dit overheidsgeleuter.

Hij moest ook wel een beetje grinniken.

Zei hij dat nu hardop? Ooit was er  een collega die hem betrapte op “in zichzelf praten” van Harms. Ach, dat was al bij de geboorte bepaald. Zijn moeder deed niet anders. Ook Harms. Al deed hij zoiets nooit, peinsde hij, nooit stotterend. De man die wel klaagde dat er te weinig op “niveau” werd gesproken in de kringen waar Harms bivakkeerde beet hem toe  “Harms, wat doe jij nu, praat jij in jezelf?” Nou ja, beet hem toe is te sterk, peinsde Harms, zo erg was het niet, maar wel een beetje  kwasi smalend.  Harms had hem inderdaad meteen van repliek gediend. “Ja man, ik praat nu tenminste op niveau, hier kan dat niet”. Harms moest grinniken, omdat geroemde collega toch wel even met de mond vol tanden stond. Peinzend trok Harms de kuierlatten onder zijn tengere lijf en op naar de vogelkijkhut aan de beroemde boorden.  Niet veel later was er een mooi verhaal wat hij deelde met een vogelkoekeloerder. Oh ja, ook hij was langs de Molenweg geweest. “Pestvogels  meneer, wel tientallen”. Harms had het gezien. Vogelspotters in aardige aantallen hadden zijn mooie woonplaats bezet  met kijkers en fototoestellen. Pestkoppen  was niet de juiste vogelbenoeming, maar de pestvogel was inderdaad in zijn woonplaats neergestreken. Harms had nog gedacht, er zijn zoveel pestkoppen in de wereld, moeten die nu uitgerekend in zijn rustige woonplaats de omgeving opschudden? Hij vertelde zijn belevenissen aan de vogelaar. Mast wijkerdijk, daar stonden destijds, in de jaren 90 of zo, drommen vanuit de eindhoeken der aarde. Peinzend nam Harms maar afscheid van de man met de groene glaasjes. Een toppereendje, een brilduikertje, ja en veel wild gevogelte. Mooi, maar ach, zo peinsde Harms, die pestkoppen moest hij toch ook maar eens in zijn kijker zien te krijgen. Harms nam afscheid en verschafte zich ter overpeinzing van al dat gevogelte en  ’ s mensen activiteiten maar een ogenblik van rust aan de boorden van de St. Liudgeruskerk. Dat dan maar wel. Als mens van Friese komaf, zo nam hij zich voor, zou hij dat evangelie in ieder geval wel benoemen. ‘t Was  Liudger, met i. Niet veel later kwam de vogelaar Harms uit zijn overpeinzingen ontwaken.  “ ’t Was een dwergaalscholver, meneer”. Verbaasd moest Harms dat nieuws tot zijn grijze en verouderde hersendelen laten doordringen. Doordringend keek hij de vogelaar aan, “warempel man, dat herinner ik mij. Eerst wist ik niet meer wat voor vogeltje dat was, maar nu je het zegt…Hoe kom je daar nu bij?” De vraag werd beantwoord door een mobieltje met de waarnemingen aan de Mastwijkerdijk. Verhip januari  1999. Peinzend nam Harms het voorgeschotelde waarnemingsverhaal tot zich. “En weet u meneer, zo vervolgde de gast, ook ik was daarbij!” Spreekwoordelijk kon Harms slechts stamelen: “Mijn beste” ik heb er ooit een verhaal over geschreven. Dank voor uw informatie.”  (Op deze website valt dit verhaal te lezen. Bij het loepje rechtsboven intikken: “ Fietstocht”  en dan wordt u letterlijk snotterend kond gedaan van de wonderlijke wereld van vogelspotters, Harms spot, zo overpeins ik nu, niet.) Harms verliet spoorslags de plek van de ontmoeting. Wonderlijke wezens. Pestvogels, vogelaars, mensen ontmoetingen. Peinzend nam Harms de afslag om zijn kilometers wat op te voeren. Thuis moest hij zijn verhaal kwijt. Bij deze.

Vorige

Omt zigt

Volgende

Ha die brief!

  1. Gerda v.d.-Beerekamp-v.d.Weerd

    Prachtig stukje weer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén