“Wonderlijk, Japie,daar heb je Harms!” Beide mannen kijken nu uit het raam van het kleine Friese café aan de Goddeloze Singel naar buiten. “Ik geloof dat je gelijk hebt, Wapse. Die heb ik al bijna een jaar niet gezien. Nou, die is er beslist ook niet dikker op geworden. Weet je, ik maak maar vast een kop bruine bonensap voor hem”. Japie spoedde zich naar de tapkast. De pientere Wapse kijkt nu uit naar de openzwaaiende deur. “Ha Harms, man leuk om je te zien!” Even verbaasd over zoveel spontaniteit en hartelijkheid kijkt Harms op. “Ha mannen, goede morgen”. Niet veel later zitten de drie vrienden aan de geurende koffie. “t Is, Japie, of ik het jaren gemist heb. Kerel wat is dit spulletje van jouw toch altijd weer lekker.” Beide andere mannen kijken bijna verbouwereerd naar de man uit de Veluwe. “Mooi, Harms, dat je het heitelan weer eens komt opzoeken. Zo lang geleden.” Ja Wapse, meende dat een voorzichtige opmerking het doel van Harms reis wel wat zou verduidelijken. Harms moest er wel een beetje om lachen in zichzelf. “Zeker, Wapse, het leven gaat en het komt en het gaat verder ook al ben ik dan niet altijd in jullie landschap. Maar je weet, het gaat soms niet altijd over rozen. We tobberen wat af als een dobber op de wateren van het Reitdiep. Maar ach, somberen mijn beste, is niet op zijn plaats. Mooi nog steeds hier. Friese wouden en Friese vrienden. Wat kan een mens nog meer willen?”

“ Wat doe je nu zo al, Harms? Nog steeds snuffelen in de ouwe boeken?”

Even moest Harms wat wegslikken. Een bezoekje van zijn oud directeur aan de Veluwse gronden schoot door zijn hoofd. Dat was wel echt geweldig geweest. Al was het met wat horten en stoten. Dichte deuren van een trein, scheuren over ‘s Heeren wegen om de beste man op te halen. Maar ook geweldig lekker smakelijk smikkelen en met ega van Harms in het Nuwenspete, de verhalen van het verleden extra lekker lang na laten smaken. “Je bent denk ik wel goed van pas ”. Natuurlijk de nieuwsgierige Wapse had het wel opgemerkt. Harms had het best naar zijn zin. “Ach Wapse, vandaag deed ik een ontdekking. Ontdekking uit het verleden. En eerlijk is eerlijk, het deed mij goed.  Je loopt immers over deze aardkloot te kuieren, je denkt na over het leven, je ergert je bont en blauw over de verschrikkelijk rambam die “politiek” heet. Je schaamt je letterlijk de oren van je hoofd voor je eigen regering. De hufterigheid die ze ten toon spreiden. Je maakt je zorgen over wat er van deze wereld, zijn bestuurders vooral, terecht moet komen en dan heb je op je ouwe dag ook nog wat hulp troepen ingehuurd. De verzorgster, Wapse, van ons nederige stulpje, die vertelde mij een verhaal wat mij wel goed deed. Haar lieve moeder kende mij. Of beter gezegd: zij had van mij gehoord. Zij had nota bene, echt waar Wapse, van mijn vader, je weet wel hoofd der school in een heel klein piepplaatsje, een cadeautje gehad. Ja ja, Catherina Zuidenrijk wist het nog maar al te goed. Zo had zij het haar dochter  verteld. Ik heb dit nooit geweten. Kijk,  een geboortekaartje dat kon er voor dit heerschap niet af. Maar wat zij vertelde maakt het dan wel weer wat (ver)draagzamer. Altijd heb ik gedacht dat ik niet zo welkom was in deze wereld. En tot je stomme verbazing….  “


“Nou, Harms, wat..”Ja Wapse, wacht even. Japie?” “ Oh, borreltje Harms? Een BB’tje??  “ “ Ho ho Japie, dat gaat niet meer man. De dokter heeft het mij verboden. Ik  moet er maar mooi mee stoppen, zei, die.  Anders stop ik voordat ik kan verklaren wat er te vertellen valt. “ “Meen je dat Harms? Is t zo erg?” Japie keek wat verwildert van dat bericht. “Ik vond je al wat magertjes geworden Harms. Maar ach dan zal ik je wel een kop koffie geven met een plak Fries suikerbrood.” “Ooh Japie, ook dat mag niet. Ik ben te lang te veel besuikerd, dat’s nu net mijn probleem. Doe maar gewoon een bakkie teut man, dan ben ik al heel gelukkig” . Weg was Japie. De koffie mokken werden vervolgens gevuld.” Nou vertel Harms. Vertel.”  Bedachtzaam staarde Harms in de koffiemok. Nog eens roerend en zuchtend zei hij: ”En dan zal ik jullie nu het geheimpje maar verklappen. Maar Japie, geen borrels meer, geen sukerbrood en vooral niet vertellen dat ik er echt wel gek op was. ’t Zat zo. De moeder, Catharina  van onze trouw hulp in  het huishoudelijk gebeuren herinnerde zich mijn naam. Harms, tja die zou ze wel eens willen spreken. Nou ja, mensen, je weet ik ben van de hardhorende en niet meer zo, hoe zal ik dat zeggen al dat “belangstellende gebabbel en gevraag”. Ik weet daar niet zo best meer mee om te gaan. En ik heb ook nog wel eens de indruk dat de geboorteplaatsmedemensen mij wel heel graag de “les” willen leren. Maar goed dat ligt allemaal aan mijn eigen jeugdverdriet denk ik. Ja, de krant had ik een jaar nadien al gehaald. Slikken of stikken, zo had een leerkracht van de school van mijn vader luidkeels aan de krant en dus de lezers doorverteld. Sta je meteen vanaf je prille jeugd al in de hoek van… . Hoe dan ook, ja, haar moeder Catharina Zuidenrijk, tja die ken ik ook niet. Maar nu wil het verhaal dat zij beschuit met muisjes heeft gekregen op school van het HDS. Kun je nagaan, ter gelegenheid van mijn geboorte.

Mannen, ik stond paf. Ik ben de hele dag in de wolken. Blijkbaar waren ze toch beetje blij met mij. En ik had juist die hele morgen gezocht of er niet ergens een sprankje hoop was. Krijg ik dat te horen tijdens de koffie”.

De mannen zwegen. “Jemig Harms. Da’s verduveld mooi man. Ze waren echt blij met je. Beschuit met muisjes! Zo’n boodschap is toch veel mooier dan een geboortekaartje?”