De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Wapse met zijn liepen en schriezen

‘Nou, nou, Wapse, dat is me wel een verhaal van je hoor, over die liepen en schriezen’. ‘ Is’t niet goed dan? Hij ,verhipte, Hollander wou toch niet beweren…?”

‘Ho even, jongen, niet zo op je tenen getrapt. Ik krijg wel eens de indruk dat jullie je wat achterlijk voelen, als Friezen, ten opzichte van Hollanders. Dat is helemaal niet nodig. Bovendien, zit er bij mij echt vol Fries bloed in de aderen. Ik ben niet meteen een Hollander die het woord voert tegen liepeizoeken.” Wapse kijkt Harms eens aan. ’t Jonge, het onweer denderde meteen al door zijn aderen. Harms was ook weer zo’n Hollander, die zeker weer teeg’n was, zoals Harms dat placht te zeggen. Een beetje die eind ‘n’ in slikken en dan maar net doen of de wereld aan zijn voeten ligt. Maar Harms heeft natuurlijk gelijk, laat hem eerst maar eens vertellen wat ie er dan wel van vindt. ‘Harms,, sorry, ik weet eigenlijk helemaal niet hoe je er over denkt”. Wapse lurkt eens bewust langzaam aan zijn pijp, en daarmee zijn elementaire behoefte om meteen vurig van leer te trekken verplaatsend in zijn pijpje.

Harms moest er van zuchten. Wat kan die Wapse toch weer laten blijken dat er vurigheid “in de bast” zit. ‘Neem nu eerst maar eens een koppie koffie, jongen. Troost voor het zwakke hart en goed voor rust in de snuit..” Harms grinnikte een beetje. Die Wapse. Beste kerel, recht voor zijn eierraap, maar oh, zo snel aangebrand als een koffieboontje. ’t Zal wel in de familie zitten. Die Wapses kunnen soms een beetje giftig overkomen, maar per slot van rekening binnen het beste mensen. Ja, Harms wist het wel. Hij kon die Wapse ook wel op stang jagen. Maar wat had hij nu eigenlijk miszegd? Neen, daar kon Harms met zijn volle hersenpan niet bij.

Inmiddels stonden er twee flinke koppen koffie te pruttelen. ‘Doe er maar een kruidjeskoekplak bij, Japie, zei Harms.”.

Zo zo, dacht Wapse, die Harms wil er werk van maken. Nou we merken het wel.

Harms nam een goede slok van het bruine gebeuren. ‘Goed spul, Japie, goed spul.’ Japie vond dat toch altijd weer geweldig. Hij kon Harms wel waarderen. Wist tenminste dat ook een eenvoudige kastelein een schouderklop kon gebruiken.

‘Nou, Wapse, liepen en schriezen. Ik zal het maar opdelen. In schriezen en liepen. Nooit heb ik een schriesei gezocht, dat wil ik ook niet. Ze zijn me te mooi en zo langzaam maar zeker zijn er veel te weinig. Bij ons in het Groene Hart zijn ze echt steeds minder aan het worden. Waar ik geboren ben, daar op de Veluwe rand, waren er zat. Mooi spul. Je kon ze al van verre horen als we op zondagmiddag na kerktijd onze sabbatsreize maakten. Machtig mooi, man, en die eiers die ga je niet pakken. Daar ben in principieel zwaar op tegen. Dan zal ik maar zo’n domme Hollander zijn, maar je moet de natuur de natuur laten. Daar moeten ze, op zijn Veluws gezegd, met de poten van afblijven. ‘ Harms zweeg. Zo, dat had hij maar eens even mooi gezegd. Hij nam eens een ferme hap van zijn heerlijke Friese kruidjeskoek, slurpte voorzichtig aan zijn hete koffie en begon te glimmen van genoegen. De pretoogjes twinkelden als kaarsjes in de kerstboom. Oh, ja, Wapse zag het wel. Als stijve Friese boerenjongeling hield hij zijn kaken op elkaar. Maar oh, hij brandde van nieuwsgierigheid. Die Harms was ook zo’n bijzonder type.

Opnieuw dronk Harms. Hij nam een houding aan van ‘je kunt me nog meer vertellen, maar voorlopig doe ik de klep toe’. Hij zag ook wel dat zowel schele Japie als Wapse zowat niet meer konden praten van pure interesse. Dat vond Harms niet erg. Zo kon je de spanning wat opvoeren. Wapse begon al te schuifelen op zijn zetel. Ja, Harms zag het wel. Dat leverde altijd minstens een sterke borrel op, en dat scheelde Harms mooi weer een ruk uit de knip.

Schele Japie en Wapse begonnen bijna te zweten.  Nog even wilde Harms de spanning opvoeren. ’t Ja, mijn beste mensen, wat ik ook niet goed begrijp is dat jullie die mooie weidevogels nu ‘schriezen’ noemen. Ik was hier zo pas nog vlak bij Broek weet je, en ja hoor, daar hoorde ik er eentje. En hij riep echt niet op zijn Fries. Waarom moeten jullie daar nu weer een andere naam aan geven? Dat beest roept toch echt “grutto gruto gruuuttooo”. En mijn hoorapparaatje werkt nog best hoor. Komt echt niet weg bij Hansie, neen anders zou ik het wel hebben gezegd, zo ben ik wel. Deze geeft beste Dezibelle!.

Beteutert over de eigenlijke verontwaardiging van zo’n domme Hollander zaten nu Japie en Wapse echt te kijken of ze water zagen branden. Wat zullen we nu hebben? Gaat ie nou ook nog de “memmetaal” afkraken?

Het bloed vloog Wapse naar de snuit. Het was hem aan te zien, hij zou die stomme Hollander maar eens de oortjes wassen. Maar schele Japie had het door en begon over iets te drinken van “het huis”. Kijk, dat klonk de beide kemphaantjes als muziek in de oren.

‘Stil nu maar, jongen, ik zal je morgen wel eens vertellen hoe het zit met dat gezoek naar zo’n liepei”. ’t Is een verhaal apart. En nu nemen we gewoon een lekker slokje van “het huus”. Hij gaf Wapse een flinke knipoog. Het was Wapse niet ontgaan. Wapse knipoogde terug, schele Japie zag het niet. Die keek of de andere kant op of hij keek normaal. Want ook bij Japie wist je het nooit.

‘Grut, zei Japie, dat vind ik niet eerlijk.’ Japie zag zijn omzet meteen teruglopen. ‘Stil maar jongen, zei Harms, morgen tap je er eentje op mijn kosten, en zeker, wij komen terug’.

13/03/2012

 

Vorige

Wapse versus Harms

Volgende

Harms en Krijn van Oosteren.

  1. You’ll find it practically extremely difficult to see well-educated individuals on this matter, even though you seem like you are familiar with what exactly you’re writing on! Gratitude

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén