De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Categorie: het vrije woord Pagina 16 van 45

fantasie en min of meer zinnige of onzinnige zaken

Spitten in oude geschriften. Kerkrel in Staphorst.

Wonderlijke dingetjes. Ze komen voor. Spittend in oude geschriften lees ik een verhaal over een kerkrel in Staphorst.
De kop van het verhaal laat zich raden. Zouden er klappen zijn gevallen? Na het overlijden van twee ouderlingen moesten er opnieuw twee worden benoemd. De voorzitter van de vergadering ds D. zou de vergadering hebben geschorst.
Er bleek flinke onenigheid. Je zou zeggen, hoe is dat mogelijk? Maar ook in Staphorst blijkt dat zoiets voorkomt. Ds. heeft de zondag daarop maar geen preekbeurt vervult. En wie mocht er komen opdraven? Volgens het bewuste krantenartikel “Ds. Hoeks(e)ma uit Doornspijk”.
Tja, daar zit je dan weer. Terug in vaders tijdperk.
Ik meen me al te herinneren dat er in die periode het een en het ander had gespeeld. Dat pa “dan maar weer voor het karretje werd gespannen”. En dat pa het nog deed ook.
’t Heeft er wel om gespannen.
Ook dat weet ik wel.

Blijkbaar hadden ze het in Staphorst toch echt wel een beetje bont gemaakt. Het verhaal in het Dem. Socialistisch dagblad van 1 december 1964 doet het allemaal uit de doeken.
Of zoiets de Waarheidsvriend heeft behaald? Ik zou het in waarheid niet weten. Maar wellicht dat een ingenieur uit Huizen dat wel in zijn kerkelijke anekdotes heeft opgeslagen.

Ik zit ineens weer met mijn snuit in het verleden.
Wat doen die socialisten eigenlijk met zo’n verhaal vraag je je dan af.
Wat doe ik eigenlijk met zo’n geschiedenis vraagt je je af
‘k Moet er een beetje om grijnzen. “Men zegt dat er klappen zijn uitgedeeld”. Nou vraag je je nog meer af, toch?
Er staat: “koster Berend Krediet heeft het licht uitgedraaid in de consistorie”. Kredietwaardige koster denk je dan.
Die zag natuurlijk al het meubilair al door de ruiten vliegen. Ik wil niet mokken hoor. Een verhaal van slaande ruzie binnen een kerkenraad is me eerlijk gezegd toch wel bar.
Nu bleek echter dat ouderling Mokken de lichtknop had beroerd om de gemoederen te sussen. ’t Lukte kennelijk ook nog. Dus Krediet krijgt niet het krediet waarover in eerste instantie de verhalen de ronde deden.
Neen, de socialisten verhaalden niet in hun dagblad of Ds. Dorsman daarna de kansel weer heeft bestegen.
Mijn pa zal er vermoedelijk wel van alles van hebben geweten.
Ik vraag me nu af waarover die gepreekt zal hebben. Wellicht als aardigheid over de roeping en waardigheid van ambtsdragers bijvoorbeeld.
Daarvoor zal ik dan vermoedelijk nog wel dieper in de analen van de kerkelijke geschiedenis van Staphorst moeten duiken. ‘k Zou het eigenlijk wel eens willen weten.

Felicitatie?

“Hé Wapse, man wat leuk je te zien!”
Harms draaide zich om op zijn stoel en begroette de kleine Friese boer in ruste, hartelijk.
“Nou nou, Harms, dat jij hier al weer zit te draaien op je gat in de Gulle Gaper. En dat op dinsdagochtend. Man man, wat voert je hier nu naar toe?”
Harms keek zijn vriend eens vriendelijk aan. De kleine slimme oogjes van Wapse waren hem niet ontgaan.
Wapse en nieuwsgierig. Het zou synoniem kunnen zijn, dacht Harms.
“Ach weet je Wapse, ik heb zo het een en ander te overdenken. En waar kan ik dat beter dan op de Friese gronden? Bij Schele Japie is altijd wel even een moment van rust. Ik kan dan mijn zaakjes onder het genot van een goed fries drankje eens de revue laten passeren.”
“Ja, ja, Harms, ’t zal best, maar als jij ergens gaat zitten broeden dan denk ik maar zo dat het weer ergens in je ziele roerselen broeit.
Heb ik gelijk of niet?”

Leerdienst

De gemoedstoestand van dit heerschap was kennelijk tot grote diepte gedaald. Het stormde. Buiten en een beetje binnen.
Nu nog zweetvoeten en dan zit ik ook al niet meer okselfris in het huis des Heeren.
Zo stiefel ik mijn gang uit. Schreden zettend naar het godshuis in het midden van ons dorp.
’t Zal wel weer wat wezen. Mijn gemoed stak ik maar even weg onder de mouwen. Waar is het “blij vooruitzicht dat mij streelt?” “Leerdienst”. Niet echt uitnodigend. Nog even en dan wordt het een leesdienst. ’t Zit me wat tegen een hoek waaruit ik dacht te zijn ontkomen.
Je zou bijna jezelf vergelijken met dat hijgende hert, maar dit is misschien een woordspeling die zou leiden tot herrie in de tent. En ik zit niet in de tent. ’t Stormt.

Ja, ik weet dat onze predikheer er wel werk van maakt.
Ik weet dat ik veelal niet bedrogen uitkom.
Ik weet dat er op en aanmerkingen komen die mij opmerkelijk voorkomen.
Ik kan alleen niet voorkomen dat de “uitnodiging tot deelname aan het meemaken van een “leerdienst” “ nu niet iets is waarover de moderne media en communicatieadviseurs hun loftrompet zullen toeteren. Aan zo’n zin ook niet trouwens.
Ik kwam echter niet bedrogen uit. En ik wil – bescheiden en op mijn eigen eigenwijze die loftrompet toeteren.
Ik kan niet toeteren.
Maar al doende leert men. En ik ben niet voor niets in het “leerhuis” binnengetreden. Een echt opstekertje. Voor mannen en vrouwen.
Emancipatie is bijbels.
Is zelfs best wel krachtens de scheppingsorde.
Wat een verhaal. Wat een leermomenten. “Herrie in de tent. “ “Eén man en één vrouw en anders wordt het een rommeltje…”. Jazeker, het Hooglied. Wat komt er al niet voorbij. Man en vrouw gelijkwaardig, wauw. Wat een schitterende uitleg. Zo op een koude en winderige, stormachtige zondagavond.

Met mijn gemoed onder de arm stiefelde ik naar de plek van de leerdienst.
Met een loftrompet stier ik naar huis.
Heb je het gehoord?
Mooi he?

Ik toeter.
Het van de daken. Ik toeter het door het wereldwijde web. Weet je: je kan het nog terugluisteren ook. Op www.hervormd- harmelen.nl, avonddienst 13 oktober 2013.
Gaaf. Vertel het aan de mensen. Ook goed voor jong en oud. Solidariteit van en voor oud en jong.
Mijn gemoedstoestand. Opgetild uit de diepte.
Buiten, ja daar stormt het.
Leerdienst. Ik heb er weer best veel van opgestoken. Wat een opsteker. Wanneer is de volgende?
Het was dus eigenlijk een goeie ouwe dag…vandaag.

Het koor is een braam

Ach lieve tijd, begint het weer. Een tijdje geleden had ik duidelijk aan de koorleden uit de doeken gedaan dat een koor het beste kon worden vergeleken met een kroket. Nog na sudderend in de gebakken olie, of misschien wel een beetje in de olie, loop ik vandaag met mijn hoofd in de wolken.
Wat hebben we immers een mooi concert gegeven. Zeker, samen met het NCM, maar toch.
En dan komen alle gebakken peren, obstakels en hindernissen je ineens zomaar helder voor de geest.
De gebakken lucht van kroketten was eigenlijk ver van me verwijdert. We hebben ze immers best bruin gebakken daar in Woerden.
Maar kennelijk hebben ze in Woerden niet goed begrepen hoe mooi het was.
Weer helemaal niks in de Woerdense Courant. Nou ja, ’t is geen bulder-geschreeuw (wat ze tegenwoordig muziek noemen). Ze missen waarschijnlijk het “echte culturele gevoel.” ‘k Had er flink de dampen in, zoals ze dat in goed Nederlands zeggen. Tenminste op de Veluwe. Cultuurbarbarisme, dat soort gedachten spookten ineens door mijn hoofd. ‘t Zal wel komen omdat er iemand de laan is uitgestuurd. Of te wel: gemiste kans.
Hoe dan ook, die kroket smaakte me even niet. Word ik echter van “bovenaf” even op de vingers getikt.
Ik hurk neer. Een pracht van een braam. Het zonlicht bescheen het wondere vruchtje. En ineens zag ik het. Het koor is gewoon een braam. Eerst moet het rijpen. Maar dan is er een fantastische vrucht.

Het koor is een braam

De “glimlach” van God.

Zo lekker, dat smaakt naar meer. Ja, als je het ziet en proeft, dan pas heb je het eigenlijk door. Zo’n vrucht moet ook langdurig rijpen (oefenen en nog eens oefenen) en dan ineens: proef het, het smaakt naar meer! Als ze dat bij een krant niet door hebben, wij hier wel. En allen die er waren ook! Dat dan weer wel.
De braam is op die manier eigenlijk een beetje een “glimlach van God”.
Morgen stap ik monter naar de repetitie. Bramen eten….

Pagina 16 van 45

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén