Gaat heen en onderwijs alle volken. Maar helaas, het onderwijswereldje vond ik onwijs gaaf.
Die tijd is geweest.
En dat blijkt:
fantasie en min of meer zinnige of onzinnige zaken
Gaat heen en onderwijs alle volken. Maar helaas, het onderwijswereldje vond ik onwijs gaaf.
Die tijd is geweest.
En dat blijkt:
Eindelijk. Een pittige dag. Moe en heit zijn ineens zomaar op bezoek. Noch moe noch heit zijn helaas meer onder ons, anders zou ik het ze kunnen vertellen. Maar goed, zit je daar. En dan komt Nico weer eens aanwaaien. De rotzak. Zou hem eigenlijk gewoon bij de keel moeten grijpen, heel langzaam maar ook heel zeker zijn strot moeten dichtdrukken voordat hij mij bij de strot had.
Maar, helaas. Ik was “not aware” on that moment.
En ja, ik ging Nico niet te lijf, maar liet hem binnen. Achter de gordijnen zat Tine zich te verkneukelen. Rotwijf. Had zo gedacht, dat ik ze allebei met kop en kont uit het ouderlijk huis had gedonderd. Bleek dat ze stiekem op een hoekje hun moment van “de waarheid” hadden gekozen om hun lusten te kunnen botvieren. Ik ging waarachtig, zelfs na zoveel jaar, bijna over mijn nek. Vuile sluipmoordenaar. Hoop dat ik hem bij de kladden kan grijpen.
Ik had eerst de post moeten lezen. Let ook nooit op als er iets belangrijk is.
Van de bewakingsdienst kreeg ik de volgende tips:
Nou. Daar zat ik. Ik “flikker Tine” de deur uit. Nico is al voor gegaan. En nu maar hopen dat ik geen bezoek krijg van Maccy van Donald. Want Dia en Bet Is, kunnen hier beslist geen goedkeuring aan geven. ’t Is weer klassiek. Ook om dit hoekje kan Maccy haar “kop” opsteken. Aan dat moment wens ik geen voeding te geven. Ik ga wandelen en : zingen van een pot je met…
……....wordt vervolgd: zie “blijf lezen”
Bedroefd keek hij hem aan. “Ach, voor het eerst hier?” Zijn gezicht straalde. Wat een open blik, vol vertrouwen keek hij naar zijn dof staande snuffertje.
“Ja, meneer, ik wil, ik zoek..” Hij struikelde van enthousiasme over zijn woorden. Natuurlijk, op jacht naar hen die hem waren voorgegaan. “Zo,” zei hij, “ik wil u graag van dienst zijn”. Daar kunt u uw jas ophangen, en oh ja, wilt u uw telefoon uitzetten? En, de koffie of thee zelfs chocolade is gratis, nog wel, en dan mag u die daar gebruiken. Die mag niet mee de studiezaal in, begrijpt U? Het zou zo jammer zijn als de koffie over de prachtige historische stukken gaan. En nee, geen tassen natuurlijk.”
“Ja, maar, ik wil alleen maar even Jan van Marie opzoeken. Hij was getrouwd met de dochter van de zuster van mijn betovergrootmoeder en ze moet ergens omstreek 1800 zijn geboren. In Waarder, meen ik, maar het kan ook wel wezen…”. Opnieuw werd een meewarige blik naar die nieuwe gast gezonden. De ogen verharden. Zeker, weer zo’n gast die weer denkt dat alles zo eenvoudig is in het leven. Even dit en even dat. “Meneer, even is een moment dat hier niet werd vastgelegd. Het gaat hier over levens. En hun geschiedenis. De woonomstandigheden, de plaats, wellicht een boerderij, een molen of…”
Dovemansoren. Daar had de gast “geen tijd voor”.
De medewerker was echter onverbiddelijk. Jas uit, telefoon uit, geen tassen noch jassen zijn toegestaan in de studiezaal. “Tjonge, meneer, dat de koffie nog gratis is. ’t Is geweldig !” Wat een service!”
De inschrijfprocedure werd eenvoudig in werking gezet. De gast kreeg een bezoekerskaart uitgereikt. En als een dolle speurde hij langs de boekenrekken met allerlei bestanden. Dtb’s van Woerden, Zegveld, Waarder, Bodegraven, Reeuwijk, de bezoeker wilde ze allemaal en allemaal gelijktijdig op zijn tafel neerkieperen. Hulpvaardig en aardig zoals de studiezaalmedewerker betaamt werd gevraagd of “meneer enige hulp nodig had om wegwijs te worden in de hoeveelheid voorhanden materiaal”. Nou dat had meneer niet nodig, hij redde zich prima.
Gniffelend zeeg de ambtenaar weer neer op zijn zetel. Ik zag hem denken: “ach arme ziel, ernstig ziek”. Een collega-ambtenaar kwam binnen. Aflossing van de wacht. Een blik van verstandhouding: ernstig ziek. Beiden spraken zonder tegen elkaar wat te zeggen: Genealogenvirus. Je raakt er nooit meer van verlost.
Tot de dood ons scheidt.
Ontmoetingen die bijna ontroerend worden. Wordt een mens van velerlei ontmoetingen soms moedeloos, bij schoonmoeder op verjaarsvisite is een ontmoeting bijna moeiteloos spannend. Neven en nichten en andere wichten, ze leiden bijna tot lijden of tot verblijden en dichten. Maar mijn dichterlijke ader leidt tot ernstige verstoppingen. Mijn gedichten heb ik dan ook verstopt. Wel kan ik niet anders dan met blij gemoed terugkijken naar de ontmoeting met een deel der familie van weliswaar de koude kant maar beslist niet koud of kil in de ontmoeting. Neven en nicht zijn sterk aan het tijdsgewricht onderhevig. Ze hebben het er kennelijk maar erg moeilijk mee. Dat de tijd verglijd. Zo kreeg ik onlangs de mededeling: “Mijn grote klacht is momenteel dat de tijd zo ontzettend snel verglijdt. Het is alsof de regering of wellicht anderen daarmee geknoeid hebben. Ik snap maar niet dat een week zo maar weer weg is! Het was net nog mooi zomers weer en nou komt de Sinterklaas er al weer aan. Haast niet normaal! “
Het is wonderlijk maar waar, neven en nicht spraken het bijna op dezelfde wijze uit. Maar het mag allemaal heel wonderlijk zijn, ook was en werd ik erg ontroerd dat er toch een “link” ligt met het tentenwerk. En dan ook nog op dezelfde camping. Nou de groeten, zou je zeggen. Kan wel zo zijn, maar een reünie op die camping lijkt mij bijna ondoenlijk. Als ik mijn zwaargewicht met de kont in de wind zet is die kleine camping overvol. Laat staan als ik mijn grootse sleurbak tussen die bomen zou kunnen frunniken. Hoe dat moet gaan met een deel van die mensheid die niet in het bezit is van slaapartikelen onder dundoek of in blik, tja daar heb ik niet over nagedacht. Een deel van die hap zal misschien zelfs bereid zijn om een deel van mijn uitrusting te gebruiken. Gebruikelijk is dat ik zoiets zelfs vaak, toch ook wel “om niet” beschikbaar stel. Niet dat ik dat nou altijd” om niet” zou willen, liever niet eerlijk gezegd. Wensen zijn er nog genoeg, dus ook hier geldt een geldelijke bijdrage is welkom. Weet dat geld ook gewoon een geldig ruilmiddel is. Maar als een voldane snuit gedrukt zou kunnen worden tegen de ruiten van de auto op zo’n wonderlijk campinkje, nou dan Groet ik allen tot in Groet en Hargen.
De uitkomst van deze wonderlijke ontmoeting is , dat ik besef dat ik onvoorstelbaar onvoorspelbaar ben. Ineens worden meer dan tien mails, het ware getal der overvloed zal ik niet verklappen, door de digibundel gekieperd ter voldoening aan mijn overmoedige daad van: ik stuur je ze wel even over de mail. En dat gaat dan over de liefdevolle tentonderkomens die ik had en die ik heb.
Melig wordt ik er niet van. Maar nu wordt het tijd om snel met tent of caravan de wijde wereld voor een tijdje onveilig te maken. ’t Zit er niet echt in. Echt niet. Morgen: ga ik weer werken. Dit is de wonderlijke koude douche van de werkelijkheid.
Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén