De kerk is soep
Ha, ’s morgens pak je de krant. In mijn geval het Nederlands Dagblad van 5 oktober 2016.
Twee zaken stonden pontificaal op de voorpagina. “Meeste meesters niet voor de klas” en “Strijd om leiderschapsvorm binnen Evangeliegemeenten”.
Voorzichtig pak in mijn koffie. Slurp het bruine vocht en de verrukkelijke geur van het bruine goedje doet mij goed. De eerste opmerking laat ik voor wat het is. Ik zit niet meer in het onderwijs. Stelselmatig sluit ik mij af voor die ontwikkelingen. Dat is voor mij geweest en verweesd gaat het langs de lijnen van mijn geestelijk bevattingsvermogen. Maar dan. Ineens grijpen de grijze hersendeeltjes in elkaar. Of het nu door de bruine koffie komt, dat weet ik niet. Maar woorden als “strijd”en “leiderschapsvorm” triggeren mijn geestelijk incasseringsvermogen. Nou, dat vermogen heeft dezelfde omvang als mijn bankrekening, vermoed ik. Alleen al weer de super moderne “leiderschapsvorm” als evangelisch “nieuwtje” dat doet mijn gruwelen. Kerkelijke strijd is meestal niet zo erg verheven (wat eufemistisch is uitgedrukt) en vaak doordrenkt met het tegenovergestelde van “de een uitnemender achten dan jezelf”. En ja hoor, binnen dit soort clubjes die bestaan van het altijd veel beter weten en volstrekt overtuigd zijn van het (geestelijk) eigen gelijk gaat men weer eens lekker aan de rol. Nog even en er is weer een schriftuurlijk clubje bij. Ik lees dat er al weer mensen “opgestapt” zijn. Tuurlijk, de pers wil erbij zijn. En absoluut, want velen zijn in dit soort evenementen van het geestelijk bestaan zelfverzekerd van het eigen gelijk, gebaseerd op een zwikkie bijbelteksten. En krijg ik mijn gelijk niet? Nou, dan begin ik toch mijn eigen “verband?” En ja hoor, ook in deze zaak vliegen de bijbelteksten al weer lekker over de pagina vullende kolommen.
Waarom heb ik toch zo’n pesthekel aan dit soort zaken?
Ooit maakte ik deel uit van een kerkenraad. Aan het begin “van mijn bediening” kreeg ik een kerkelijke “opleiding” binnen het spectrum van wat wij nu noemen de PKN. Een mannetje en vrouwtje of twintig bij elkaar. Door het brede spectrum van de hele kerk. Zeg maar gerust, twintig verschillende “godsdienstige ervaringen” en “godsdienstige eigen gelijk hebbers”. En toch? Samen. En niet eens “samen in de naam van Jezus” want daarvoor waren de verschillen zelfs binnen het totaal verband der “volkskerk” te groot. En het was verademend. Inderdaad, soms wordt de soep te heet gegeten, en dat lijkt er nu op bij de “Evangeliegemeenten”, maar die PKN heeft beslist fijne kenmerken.
Zo kom ik toch wel tot de volgende stelling. De kerk is soep.
Wordt, beste mensen van de Evangeliegemeenten, hervormd in uw denken. Acht de een uitnemender dan jezelf. Neem toch maar een voorbeeld-ja ja ik weet het- aan de PKN. Heel veel verschillende soorten groenten. En al die ingrediënten in de soep versterken elkaar en geven een heerlijke smaak. En zeker, ook bij ons “lopen er wel balletjes” rond. Maar soep zonder ballen is geen soep, toch?
Ik pak opnieuw mijn koffie. Stiekem moet ik wel grinniken. Kijk, zit er weer een meester “niet voor de klas”. Ik zit niet meer in de kerkenraad. Maar toch kon ik het niet laten om van de soep te getuigen.