Een mens zou kunnen overwegen over te gaan tot het recht van dichten. Maar dan raak ik wellicht op drift.
Actueel is de zwanendrifterij. De gruwelijkheden werden de laatste tijd deftig of driftig in beeld gebracht door de tv makers. En een gedicht was er niet bij. Het recht op vrije nieuwsgaring in de democratie werd dan ook wel ingezet. Geen hoogdravende literair onderbouwde programma’s, maar de gruwelijkheid van het zwanendriften. Een plaatselijke dierenarts was zeer actief in het benaderen van de daders. Daders die tekeer gingen als een bosje vlooien! En de beelden riepen alom afschuw op. Maar we weten het, magere vlooien bijten het hardst. Dat maakten deze beelden wel duidelijk.
De plicht die de dierenarts voor zich zag stond in schril contrast met de activiteiten van ’s lands dienaren die de wet moesten uitvoeren. Diverse aangiftes, beeldmateriaal, bedreigingen, eierengooien en dat gelardeerd met forse scheldkanonnades, brachten de moderne mens in het geweer. En ja, schoten knalden, en zwanen stierven.
Thans staat het zwikkie zwanendrifters voor de rechter.
De vraag doet zich voor of de zwanendrifters in hun recht stonden. De dierenarts in haar recht staat. Of de rechtsstaat wel aan haar plicht voldeed door haar te beschermen en terecht werd uitgegaan van het verstrekken een vergunning tot het driften van zwanen? Daarover zal het recht zegevieren.
Een ding moet me wel van het hart.
In vroeger tijden werd het recht van “ Zwanendrift” toegekend. Dit recht behoorde toe aan de heer van Heeswijk. Ik vermoed dat er ook wel meerdere heren waren die dit recht hadden, maar zover strekt mijn onderzoek niet. De heer van Heeswijk had dit recht kennelijk wel en dit strekte blijkbaar zich uit tot de grachten van Montfoort. Uit het heerlijkheidsarchief van Heeswijk over de jaren 1684-1704 en 1708-1723 komen stukken voor die dit recht behandelen. Was het toen ook koek en ei?
Nou, het blijkt dat ook toen al flink mot in de mottebalen was te vinden. Er werd gesmeten met rotte eieren.
De stukken handelen over de verzorging van de zwanen, het schieten van vogels en het roven van eieren en jongen in de grachten. Vooral de kastelein en zijn kinderen waren kennelijk verdacht, zoals blijkt uit het verzoekschrift van de maarschalk van stad en lande van Montfoort, aan de Staten van Utrecht om een verbod uit te vaardigen betreffende het varen in de Montfoortse grachten, het schieten van zwanen en andere watervogels en het roven van de eieren. Dit verbod zou met name gelden voor de kastelein en zijn kinderen. ’t Speelde zich al af in 1658.
Kortom: er is geen nieuws onder de zon. [i]
[i] Zie o.a. De Lopikerwaard I, Dorpen en kerspel tot 1814 door W.F.J. den Uijl.