Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Harms en zijn vrienden


’t Zou wat. Eindelijk, eindelijk is het er van gekomen.
Harms keek nog eens schielijk in zijn rariteitenkabinet. Het maken van een selfie werd net zo snel weggepoetst uit zijn gedachten als de gedachte aan het maken van een selfie.
“Helemaal geen eer aan te behalen”, mompelde hij voor zich uit. ’t Gaat komen, man, ’t gaat komen.” Praten in jezelf. Net je moeder.
Harms schudde zijn grijze manen. Keek nog eens aandachtig in zijn spiegelbeeld en besloot om daadkrachtig de kuierlatten te nemen. ’t Zou echt gaan gebeuren.

Enkele uren later had Harms zich geïnstalleerd aan de rand van de pomp. Ze kunnen allemaal naar de pomp lopen, dacht ie. Ik ben al dat geklier over kosten en rijden en parkeren en zo zat. Zij had hem tabee gewenst. “Geniet er van jongen, ’t zal je goed doen.” De uurtjes rijden had hij er wel voor over. Even naar de plek van de roots. Al zo lang wilde hij daar eens bivakkeren. En zo had hij zijn kleine tent uitgestald in het heitelân.DSC_0338

Harms krabde zich eens in de snorhaarden. Zou hij nu toch eens naar die verrukkelijke taveerne gaan van de Gulle Gaper. Nou, dat werd werkelijkheid. Bij binnenkomst was niemand aanwezig. Maar meteen kwam de heer des huizes binnen. “Wat zullen we nou krijgen? Harms, jij hier man? Wat een super verrassing”. Enfin, Harms had het naar zijn zin. Maar Wapse? In geen velden noch wegen meer te bekennen. Een vreemde Duitstalige ziekte had Wapse van het leven beroofd.

Harms hoorde het verhaal eens aan en zuchtte. “Ja, beste Jan, zo gaat dat in het leven. Mijn buurman zaliger zei het al: “jongen, met een schreeuw wordt het  leven verwekt, met een schreeuw wordt van het leven afscheid genomen. De een van vreugd voor de daad van voortplanting, de andere schreeuw als gevolg van zaaien in de dodenakker”.  En daar tussendoor? Schreeuwen van vreugde en schreeuwen van verdriet.

Harms keek eens op naar zijn gastheer. Of ze elkaar al jaren kenden. “Hier man, neem nou de belevenissen maar mee. Lekker onder de luifel van je tent. En met eentje van Fedde, dan zal het gekruide verhaaltje wel genuttigd kunnen worden. Want je weet, van het concert des levens…”  “Ho Jan, dat is mijn gezegde geworden: van het concert van het leven krijg je geen programma, maar van de partituur sta je soms zo maar versteld. De dissonanten in die partituur zijn soms zo verrassend, verschrikkelijk om te ondergaan en verrassend in zijn zegeningen. Maar vaak niet echt leuk hoor.” Jan keek Harms eens aan. “Ach jongen, ik mag hopen dat je betere tijden mag ondergaan. Op weg, de weg inslaan naar het onbekende.”

Met een bittertje. Net zo gekruid als het leven. Wapse is ten einde. Wat Krijn en schele Japie er ook van vinden.DSC_0341

 

Het wonderlijke rustpunt

Voor mij is en was het een wonderlijk moment. Ik was er. En ik vroeg mij af, ben ik er wel? Ben ik er wel geweest? Nu moet ik echt proberen alle woorden uit het woordenboek te gebruiken. Grabbelen in de grijze massa van woorddelen en gedachten. Hoe breng ik mijn verstilde verbazing tot uiting?

Het is een vreemde stelling. Het is een vreemde ervaring, het was een vreemde ervaring. Verwonderlijk. Jazeker, eigenlijk ben ik er nog stil van. Waarvan?

De oorverdovende stilte.

Natuurlijk, altijd permanent doorsneden door mijn eigen gesuis, maar de ruimte om mij heen, de verwonderlijk stille stilte. Niets, niets hoorde ik. En als ik er over nadenk, dan word ik opnieuw..stil. Verstild niks. Helemaal niks. Het is dus nog steeds mogelijk in ons land. Natuurlijk in een heel natuurlijke omgeving. Omgeven door wind, die bladstil met liefde heeft meegewerkt aan mijn moment van volkomen niets. Even alle sores weg. Geen geluid van motoren, vliegtuigen, treinen, auto’s en die vreselijke motoren. Geen mensen, geen gekrijs van vogels. Even was ik volkomen alleen met mijn hond en de verstilde ruimte aan de kant van het wad. Het was een absoluut hoogtepunt van het wonderlijke concert van een dagdeel in Noord-Holland. Soms zijn pauzes in een muziekstuk echt een verademing. Je kunt op adem komen. Aan de rand van het wad. Als ik er over nadenk dan ga ik zo weer. Absolute stilte. Adembenemend. Wonderlijk rustpunt.

Het levensconcert

 

De een vind het fantastisch. Het geeft een Zwiterslevengevoel, nou ja op een paar dissonantjes na dan. Want lees de krant en volg het nieuws.Ik kijk (vooral niet te vaak) ook naar de omgeving: de wereld barst uit de voegen van problemen.

Vluchtelingen. Moordende gevechten om door het prikkeldraad te komen.

Om van te gruwen.

Dat doen ze niet voor de lol.

De wereld: kijkt toe.

Wij leuteren maar wat af om de problemen zoveel mogelijk bij de andere over de schutting te gooien.

De schutting van Schengen is ook al zo lek als een mandje.

De kanaaltunnel is ook al niet waterdicht.

De waterkering van de randen van Italië laten teveel verdronken bootvluchtelingen zien.

Griekenland weet zich geen raad.

De ministers? Ze deden een plas en ze laten het vooral zoveel mogelijk buiten hun eigen grenzen.

Grenzeloos wat een ellende.

Wat een kakofonie aan “verdrinkingsgeluiden”.

Ach, we kijken er niet eens meer van op. Als het journaal het wil melden moeten de aantallen per maand omhoog gaan. Anders heeft het geen nieuwswaarde meer.

Een lijkje meer of minder, totdat? Het schokkende beeld van dat ene jongetje. In de armen van de arme “hulp”verlener.

Ik kijk er naar. Het zal je werk maar wezen.

Wezenloos. En wezenloos achtergelatenen.

Om je eigenlijk wezenloos voor te schamen.

 

Nie wieder.

Het zijn termen die mij in mijn jeugd me werden voorgehouden.

Maar de wereld staat opnieuw – en eigenlijk nog steeds- in brand.

En de wereld weet niet waar en hoe de brand te blussen. We steggelen zelfs over waar de brand zou zijn.

Nie wieder, ja, maar we leren kennelijk nooit van de geschiedenis.

 

In mijn levensconcert komen ook dissonanten voor. Het leven, een en al gebrokenheid. En soms ook zo geweldig mooi. In alle sores van de dag zijn er geweldige glimlachjes van boven. Als zonnestralen verwarmen ze ons menselijk hart. Door het vele meedeleven.

Laat de liefde brandend blijven. De wereld verkilt zo geweldig. En bij zoveel smart en pijn, zoveel dagelijkse geestelijke hersenspoeling van de vluchtelingenproblematiek, dan sla je gewoon op de vlucht. Soms. Om even afstand te houden. Om “jezelf” op orde te houden.

Wat een pijn. Wat een vals concert. Als ik die partituur mocht schrijven….Maar helaas , mijn generatie en mijn “bestuurlijke “machthebbers” , ze maken het er niet mooier op…

En ik? Ik voel me machteloos.

 

Wat kan ik doen? Ik vouw mijn handen. Toch niet het allerminste. Hoop ik.

 

Slootje

Een paar weekjes terug was ik terug in mijn geboortestreek. Streken van weleer werden ineens helder aan het geestelijk firmament van herinnering. Ze hoefden niet te worden opgehangen. Ze waren er.

Twee momenten, zo helder voor de geest als water in de beek.

Het eerste was toen ik 4 of 5 jaar oud was.

Een vriendinnetje ging verhuizen. Ik weet haar naam, maar als ik verklap dat ik haar stiekem noem in mij slaap dan begrijpt u wel, dat kan een mens niet maken.

Een van haar laatste wensen was om een keertje met de klas visjes te gaan vangen.

Zo gezegd, zo gedaan. Juffrouw de Jong ging met de kindertjes op stap. Kleine aapjes en draakjes van kleuters. Maar geen van allen had ADHD. Dat kwam in die tijd niet voor.

Lekker leunend tegen een balk langs de rand van de sloot….

Tjoep, daar ging de handel. Met zijn allen te water.

Grote schrik.

Dit is het slootje.Afbeelding

Dit is de plek.

Ik krijg het er weer warm van.

Judith is verhuisd.

Judith herinnert zich niets meer.

Mijn slootjes trauma?

Helder viswater.

Pagina 26 van 91

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén