Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Harms en de gevallen vrouw

“Machtig, man, wat zie jij bleek…’. Wapse keek bezorgd naar zijn vriend Harms.

Wapse zweeg. Kijk die Harms nou toch. Bleek en weggetrokken. Een hartslag van wel 180 en nahijgend zat hij gewoon op een stoel. Maar zeker was, dat Harms even wat had te verstouwen. “ Ja, mien jong, ’t is me wel weer het avondje”. En opnieuw was het gehijg te horen, de pipsigheid waarneembaar en de dikke trilling van de armen voelbaar door het dikke tafelblad. “ Geef me d’r maar een doe die Wapse d’r ook maar een”.

Het was al aardig druk in het kroegje om de buurt. De Gulle Gaper had al heel wat klanten, maar Harms en Wapse zaten mooi in een hoekje wat verder weg van de drukte.

Harms was nog steeds wat bleekjes. Nipte aan zijn gerstenat. Harms en Wapse. “Wat hebbie nou, man?’ ’t Lijkt wel of je regelrechts …Een grijns verscheen op de snuit van Harms en Wapse begon heel voorzichtig zijn gespannen nieuwsgierigheid tussen zijn lippen te laten ontsnappen. “t Lijkt wel of je Wilders tegen het lijf bent gelopen, ben je zo geschrokken?” De extra belangstelling was Harms niet ontgaan. Die Wapse was echt een nieuwsgierig baasje. Dat wist Harms maar al te goed. Maar vaak was hij ook een zeer betrokken vriend. Hij gniffelde , hij zou die Wapse wel even laten zweten.

“ja, man, steek jij die pijp nog maar eens op. Voor mij was vanavond een gevallen vrouw bijna mijn Waterloo’. ‘Heftig slikt en verslikt Wapse zich in zijn gerstenat. ‘Wat zeg je me nou? Een gevallen vrouw?” Wapse kon bijna niet meer uit zijn woorden komen.  Harms zweeg. De spanning werd al voelbaar in de  hele kroeg. Iedereen werd stil. Wat had die Harms nou toch? Schele Japie keek of dat de hele omzet in een keer door de goot werd gekieperd. De glazen werden niet meer beroerd. Harms zweeg. Knikte, kreeg weer kleur, ook al door de aandacht en iedereen hing nu aan zijn lippen. ‘Ja, een gevallen vrouw, Wapse. Ik heb mij bijna te barsten gereden, was nog vele malen sneller dan welke ambulance  ook, zat binnen de 200 meter op 150 per uur door het dorp, scheurde de stenen uit de straten, want…..?

“Japie, hebt u nog een bakkie voor me?”. De anticlimax . Kopje koffie…’t kon bijna niet erger. Het geroezemoes nam toe. Wat had die gekke Harms nu toch? Wie scheurt diep in de avond ineens binnen de 200 meter met 150 door het dorp? Wat mankeert die scheurende Harms nu toch?

Schele Japie bracht met een snelheid van tegen de 130 km per uur een kop koffie. Harms nipte. Harms keek. Toen kwam uiteindelijk het hoge woord eruit. “Mensen, we werden gebeld. Dat ging als volgt: “Met Marie, dag Harms, ik ben gevallen….tuut tuuut tuuuut……Als een gek vloog ik in de auto, kom bij haar huis en? Nobody. Nobody…Me helemaal kapot  geschrokken…..

Blijkt de telefoonverbinding te zijn verbroken. Maar betrokkene was elders van haar stoel gekieperd en moest voor een activiteit alleen maar even vervangen te worden door vrouwe Harms in de dienst van morgen in huize De Waterbak.  ’t Was bijna niks maar ook niks om zo knetterhard te scheuren. ‘ k Ben me wel het lapl..geschrokken, snap je…en nu Japie: rondje voor de zaak..

Verleden, heden, toekomst

Wie in het heden

geen rekening houdt

met het verleden

wordt in de toekomst

een dwaas genoemd.

Geestig? Of stekelig?

“Kijk nou toch”, mompelde Wapse. ‘Daar hebben we warempel onze Harms”. Wapse lurkte eens even heftig aan zijn pijpje.

Wapse zat al weer een klein uurtje op een bankje in de velden van het Groene Hart. Hij hoopte dat hij ergens kon ontdekken waar die Harms altijd bivakkeerde. Ach, ’t Groene Hart was wel aardig op sommige stukjes. Dat was voor Wapse wel duidelijk. Veel gruwelijke herrie, maar ook mooie vergezichten waren het deel voor de mensheid. En zeker, er waren en zijn best mooie Hollandse plekjes. ’t Kon natuurlijk niet tippen aan de groene en grazige weiden van Friesland, maar voor een natuurmens als Wapse viel het- op onderdelen – niet tegen. En dan zomaar uit het niets een ligfietsscheurder die verdacht veel op Harms leek. En niet alleen leek, hij was het ook. Nog nawalmend van zijn tabakslurkertje leuterde Wapse zowaar een beetje in zichzelf.

Twitteren

Ik zit niet langs de Amstel.,maar aan de oevers van de Leidse Rijn. Digitale wondertjes onder handbereik. Overpeins de overwegingen van ds. van Amstel en van twitterende kwebbelaars. Boze geesten in de lucht? Ineens werd ik uit de overpeinzingen losgetwitterd. Er zijn ook twitterdominees!. Ik ken  wel kwetterende dominees. Ook dominees die net spraakwatervallen waren. Verdiept in twitterdominees had ik niet. Sommigen gaan aan de haal met de modernste wapenrusting om Gods Woord te verkondigen. Of toch niet? Laat ik het vooral maar bij mijn krantje houden. Het is wat Nederlands. En het is “dagbladerig”. Valt mij oog ineens op: “geloof nooit een dominee”. Kijk, daar kan geen twitter tegen op. Die blijf ik onthouden. En ik onthoud me van getwitter.

Ik lees de krant. En soms volg ik  bekende en minder bekende dominee-twitteraars. Raar, maar waar.

 

(Grappig eigenlijk, volgens mij 139 woorden zonder deze toevoeging)

Pagina 39 van 91

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén