Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Het gouden kalf.

‘t Jonge, Harms, wat kun jij sip zitten te kijken’. Wapse was er gewoon verbaasd van. Dat kon je zo aan zijn stem horen. En hoewel het redelijk stil was in café de Gulle Gaper, was de verbazing in de stem van Wapse duidelijk hoorbaar.

Harms zuchtte maar eens. Hij was natuurlijk ook echt depri, zoals ze dat tegenwoordig noemen. ‘Geef mij maar een bakkie troost, Japie, en geef Wapse ook maar een’. Och, zo beroerd gingen de mannen nu ook weer niet met elkaar om. Ze dronken hun koffie. Ze snoven hun koffie geurtjes, ze zwegen hun woorden.

Schele japie zag wel dat er ook wel wat aan scheelde. Harms was duidelijk niet in een best humeur. Gek eigenlijk, want hij kon redelijk snel weer inzien dat een glas halfvol was en nooit half leeg. Japie schudde een beetje verbaasd zijn hoofd. Neen, zo kende hij Harms niet. ‘Kan ik je misschien helpen ergens mee?’ vroeg Wapse. Harms hield zijn hoofd eens scheef. ‘Ach weet je Wapse, Krijn heeft mij een poets gebakken. Ik kan wel tegen een geintje hoor, maar in dit geval vind ik dat Krijn het wel een beetje erg heeft gemaakt. Kijk, Krijn ken ik al wat langer en is tot veel in staat, dat moet ik ook wel zeggem, maar soms is het zo’n… nou ja, laat maar’. ‘Komaan, ik moet effe naar de doos, en Japie, doe dan maar even een gerstenatje, ja, ook voor Wapse’. Harms was kennelijk al weer over zijn droeve bui heen.

Japie kwam aangescharreld met zijn dienblad. Beide heren keken elkaar eens aan. ‘Proost, zei Wapse. ‘Ja, drinke ze maar,’ zei Harms. Weer zwegen ze. ‘Wat heb je nu toch met die Krijn, man, ik dacht dat jullie mekaar wel lagen?”. Wapse werd er en beetje ongeduldig van. ‘Nou, jong, ik kreeg dit mailtje van hem”, zei Harms. Hij greep in zijn binnenzak en liet het volgende mailtje zien:

Ja Harms, Krijn even op de vingers tikken, nou je krijgt een tik terug hoor.

Wat ik nu in het cafe van schele Japie  aan de bar hoorde nou, ik wil daar de zeg man niet van wezen.

Maar dat Harms een goed schrijver is daar zijn waren we het allen over eens , en dat hij naar het boekenbal was uitgenodigd , dat konden zijn vrienden ook nog wel hebben.

Zo zijn ze ook weer, maar om in een overmoedige bui de fiets uit balorigheid over de brug gooien, toen hij naar huis ging, dat kan niet Harms.

Dan doe je net als Rijk de Gooyer met zijn gouden kalf.

Wimpje van zwarte Anneke was er danig van in de war toen hij dit zag gebeuren.

Ja Ja, hoe nu verder met je fietsje? of doen we net of we nergens van afweten?

Groeten Krijn van Ostende.

En weet je, hij deed er ook een foto bij, kijk maar…..

Fluks drapeerde Harms het mailtje weer in zijn binnenzak..

Leidens Last of heeft Leiden Last?

‘Ja man, dat is me wat. Er zijn dagen waar je van hoopt dat je die niet zal meemaken. Een paar dagen geleden was Krijn in Leiden. Met zijn Willy Jeep. Ik heb er nog een filmpje van gezien. Stinken deden die dingen?!”

Het was zo maar een voorbijganger die Harms hoorde spreken. Harms keek eens op. Wat hoorde hij? Had iemand het over Krijn? De ‘Last van Leiden?”

BVD

“Mooi weertje Wapse.” ‘Ja,  weertje. Goed om weer even te fietsen. Die verschrikkelijke auto’s, man, snap jij dat de mensen zich allemaal opkrullen in dat blik? Ze gaan tegenwoordig geconserveerd ritjes maken terwijl de Jagersman in zijn vuistje stikt van het lachen. De benzine is bijna € 2,== de liter en daarvan komt een best stukkie centen bij vadertje staat binnen. Ik snap het niet hoor, geef mij maar de fiets!” Ja, Wapse en Harms waren het daar helemaal over eens. In de verte werd het gebrom van een oude jeep waargenomen. ‘ t Zal toch niet waar zijn? Krijn is weer eens op oorlogspad man! Zoek onmiddellijk dekking. Hij houdt niet zo van nieuwe fratsen, en zweert bij die ouwe jeep.’ Ja, dat zag Wapse nu ook. Die Krijn. Als een uitgelaten tiener reed hij rond, groene baret op en het liefst met wat ouwe veteranen. ‘Weet je Harms, we leggen even aan bij Japie. Komt Krijn ook vast, want altijd als ie maar de kans krijgt om een lekker glas gerstenat te nuttigen, zal ie het niet laten.’. ‘Nou Wapseman, dat zeg je nou, maar een tijdje terug kon ie een heel bijzonder gerstenatje verdienen met het oplossen van een puzzle. Het lukte hem bijna, dat moet ik toegeven, maar hij heeft letterlijk even naast het potje…nou je weet wel. Toen had hij mij een raadseltje opgedist, denk mooi,  krijg ik een lekkere beerenburger, maar werd met een paar knikkers achter de computer gestuurd. Want ja, ik had het antwoord redelijk snel op mijn firmament. Trots als een pauw was ik, denk: die is binnen. Nou man, het werden voororlogse knikkers. Leuk, want als ik eerlijk ben, knikkeren kon ik eigenlijk nooit goed. Ik was er een die altijd alles weggaf.” Maar let eens even op, als ik het zo bekijk lijkt het wel of hij gevolgd wordt. Zie je die Opel daar? Die kerels met hun duffelse hoedjes op hebben verrekijkers en ze leuteren ook steeds in een soort walkie talkie.’  Ja, dat zagen de beide vrienden maar al te goed. Het leek wel of Krijn niks in de gaten had. ‘ ‘Weet je, we gaan hier rechts en sjezen dan door naar de Goddeloze Singel even linksaf en dan komen we bij de Frijsted, rechtdoor, dan links naar de Lytse Loane de Ds. Germswei op en dan bij de Nijewei zijn we zo bij schele japie.’  Het duurde dan ook niet lang of beide vrienden deden hun fietsen op slot en schoven aan een tafeltje op het terras van de Gulle Gaper.

En nu maar wachten of Krijn met zijn groene jeep ook zou komen.

Pensioen

‘Nou Harms, je kijkt wel weer erg treurig op deze ochtend. ’t Is ’t er aan de hand?’

Wapse keek eens naar zijn vriend die kennelijk een bezorgde indruk op hem maakte.

‘Nou niks, zou ik zeggen’.

Pagina 40 van 91

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén