De zon scheen heerlijk over de velden. Wat een fantastische dag zou dit weer worden. Wapse genoot van de landelijke luchtjes boven de Friese wouden. Mooi land. Best land. Wapse was heel ingenomen met deze fantastische wereld die zich ontvouwde langs de singels en de velden. ‘Hé, wat is dat daar?’ Wapse mompelde in zichzelf. Hij kon er wel om lachen. Ach ja, op je ouwe dag ga je wel een beetje in jezelf mompelen. Maar wat had hij nu gezien? Daar reed warempel een of andere rare knakker met een petje op zijn bol, maar ’t leek wel of hij er bij lag.
‘’ Hé Harms, zag jij gisteren dat hoerig typetje bij de wereld draait door ook? Houdt ze er een stuk of vier van die ‘knaapjes ‘ op na. Wat vind je daar nu van? “ ‘ Nou, Wapse, daar vind ik niks van. Ik vind nergens wat van. En ja, ik zag het en aan de tv zit een knop weet je. Sterker, ik heb altijd de knoppen onder handbereik.’
Wapse grijnsde. Daar had die die Harms weer op de praatstoel. Maar ja, hoe nu verder? ‘Zeg Harms, ken jij dat soort types dan niet?’ Wapse probeerde het nog maar eens. ‘Ach Wapse, man, dat ligt al zo lang achter me. Toen op een kampeervakantie weet je, probeerde zo’n wijf me te versieren. Dacht even een flinke uit de kluiten getrokken Hollandse man te kunnen uitkleden. Ja letterlijk natuurlijk en ook ontdoen van de centen, begrijp je. Japie, doe maar een bakkie, is veel beter.’
Harms keek peinzend. ’t Jonge, dacht Wapse, dat zal toch niet waar zijn? Harms naar de hoeren?
‘Morrege,mensen, morrege!’ Harms stapt vrolijk van zijn fiets . Het zonnetje schijnt en dan is Harms in opperbeste stemming. De wondere wereld van de natuur kan niet tippen bij de tv programma’s van de laatste tijd. Neen, Harms vindt eigenlijk dat de mooiste natuurfilms buiten te vinden zijn. Hoef je meteen niet achter een scherm zitten te koekeloeren. En ook al doen die mensen van de tv nog zo hun best, en ze hebben mooie programma’s that’s life en that’s treu, er gaat niets boven het mooie land van Friesland en het grensgebied van Groningen.
Harms was dan ook in opperbeste stemming toen hij zijn fiets stalde bij café de Gulle Gaper. En ziedaar, ook zijn vriend Wapse was er al. Een vroege vogel. En natuurlijk was ook de plaatselijke kroegbaas al weer driftig in de weer met zijn koffie tuut. ‘Nou, Harms, dat wordt vandaag toch echt het verhaal over het liepei!
“Dag Harms,” Wapse kijkt naar Harms. “He man, wat zie jij er groen uit!” Ja Wapse, man, ik ben zo blij als een klein kind. Wat een wereld. Tijdje terug kreeg ik een uitnodiging van een vriend van me. Misschien ken je hem? Krijn van Oosteren. Nou, die is niet van achteren man. Die man heeft een mooie jeep. Een hele echte en daar kun je machtig mooi mee rijden ook. Ik had eens een stukkie geschreven over het verschrikkelijke Groene Hart. Ik betoogde in zo’n stukkie dat het Groene Hart helemaal niet meer zo groen is als dat die politici dat durven voor te stellen. Neen, ’t is een Hart patiënt. Kompleet verstopt die handel. Enfin, laat ik er maar over ophouden, de wereld wil bedonderd worden en ik krijg de indruk dat ze er ook driftig gebruik van maken…”