Wonderlijk is het nederlandse taalgebruik. Bij (voetbal)journalisten was het enkele maanden terug ineens schering en inslag. Neen, geen momentje hoor. Ik sta niet aan de telefoon te leuteren. Chatten en tweeteren is aan mij niet besteed. Skypen gaat binnenkort, momentje hoor, geld kosten. Dus dat schaf ik dan ook af. De kranten lees ik nog steeds, maar, momentje, dat gaat straks misschien ook wel anders worden. Boeken ga ik lezen via de Ipad of zoiets, momentje, effe koekelen of dat nu een Ipad is, de Ipot heb ik niet, en momenteel maak ik mij zorgen over mijn digitale ontwikkeling. Geen moment heb ik bij de geboorte van mijzelf geweten wat mij allemaal boven het hoofd zou hangen…En nu kwamen de journalisten met een nieuw stopwoord. Momemtum.Tjuuu, om de haverklap kwam dat voor. Een speler die de bal op dat momentum met de hak meenam, door de benen speelde, het momentum dat Sjaak werd getekkeld, het momentum was daar om te demareren bij een of andere pias die de muur van Huy beklauterde en het momentum van Parijs –Roubaix was toch wel op het moment dat…
Ik zit in de auto. Een moment van ongedwongen genieten van file rijden. Aan de radiotafel-studio “Kijk op de week” van de politiekers in Nederland, begint ene Jaap de Hoop Scheffer te kefferen “Het momentum van Osama Bin Laden” en Bertje Koenders, ja ja , maar het momentum van….
Van pure schrik had ik bijna een momentum van zware verstandsverbijstering. Was het momentum van de sportjournalistiek verdwenen, komen die politiekers met hun “Momentum”.
’t Zou mij niet verbazen. Het woord van 2011 voor de Dikke van Dale. Momentje, effe kijke of ik dit momentum kan kwalificeren…..nou ik kom uit op; aandrift, daadkracht, energie, espri, fut, kracht, puf en werklust.
Ben ik nou toch op het verkeerde been gezet? Wordt momenteel het woordeke “momentum” wel op de juiste wijze gebezigd?