Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Natuurbeleid

HET NIEUWE KABINET IS AANGETREDEN.

Dat zullen we weten. We likken onze vingers af. Maar nu hoor ik net op het nieuws: de natuur wordt niet groener, maar Bleeker.

Zelfs al ben ik geen Vara-minded typetje, deze vind ik geweldig goed gevonden. “’t Is al met al verduveld weinig. ” Dat zijn wijze woorden. Maar om nu bakken met geld naar allerlei ecoducten te gaan smijten is geld wegsmijten. Dan maar geld naar de weg. Weg van het natuurbeleid. Op naar de groene zone voor de 130 km. per uur rijders. Lekker scheuren, om je vingers bij af te likken. En als je pech hebt dan mogen anderen je afgelikte vingers bij elkaar rapen. Per slot toch maar slechts 15 doden per jaar meer, volgens allerlei voorspellingen. En als er dan toch beestjes over de weg over steken, dan hoeven we ze ook niet af te schieten. Studeerkamerpolitiek of niet: weg met de ecoducten en geldsmijterij. Wij zijn weer hartstikke….blij.

Vingers aflikken.

Bijna. Bijna zijn we bij 5 december. Om je vingers bij af te likken. Ik kan niet langer wachten wat Sint en Piet nu weer bij elkaar hebben gegrabbeld om mij extra gelukkig te maken. We zijn nu in de sombere nadagen van Mister JPee Balkenende. Inderdaad. Bak aan ellende over Nederland? Wat zou ik mij toch druk maken? We krijgen nu iets zeer speciaals. Geen speculaas, maar als ik alles goed begrijp zal het zoiets moeten zijn om de vingers bij af te likken.

Ik kijk naar het nieuwe programma. Ik beluister de sprekers op het congres van de CDA. Ik zie en hoor de verwilderde opmerkingen van een verbitterd mens. Nolens volens zullen we het allemaal moeten gedogen.Over vrijheid gesproken.

Ik huiver. Ik lik mijn vingers helemaal niet af. Het goedmakertje om 130 km per uur te rijden is voor mij niet bepaald iets om de vingers bij af te likken. De kosten in de zorg vliegen omhoog. De hypotheekaftrek blijft gehandhaafd. De hufterigheid wordt gehonoreerd met extra “inbreng”. Wat een heerlijk vooruitzicht. Ik kijk naar mijn vingers. Weinig lekkers om aan te likken. Welke plannen hebben we nu eigenlijk als supergeweldig lekker ervaren?

Ik graai nog eens in de plannen. Ik bemerk er niks van. Eigenlijk is dat niet juist. Ik zal er alles van merken want onder elke doelgroep die “gepakt” wordt kun je mij wel invoeren….Dit wordt dus een supergebeuren waar we onze vingers nog eens bij aflikken. Geef mij maar 5 december. Misschien krijg ik wel een beetje marsepein. Of een bitterkoekje gedoopt in slagroom. Ook niet teveel,  want mijn cholerstorolpillen zal ik misschien straks ook zelf moeten betalen, maar dan valt er tenminste nog iets om af te likken.

Onderwijs aan de Marokkanen. Oefening voor inburgering.

Tijdens mijn virtueel bezoek aan de Marokkaanse Ibnou Zohr Universiteit te Agadir stelde de heer Ad al Fabeth mij de vraag of ik een mooie Nederlandse tekst zou kunnen aanbieden aan onze Marokkaanse studenten Nederlands, voor vertaling.

Tja, daar zat ik dan. Wat kan ik nou bieden? Hoewel ik iets heb met onderwijs en met de taal, is het voor een stel Marokkaanse studenten niet eenvoudig om nu eens een tekst te geven die kan leiden tot verheffing van onze volkskunst.

Ik begon daarom maar als volgt: Beste medemensen. Dat zijn me nog al wensen die u stelt. Een ferm stukje taalgebruik om te vertalen. Probeer me maar gewoon te volgen.

We kennen in het Nederlands verschillende uitdrukkingen en kunnen ook spreekwoorden en gezegdes larderen  in ons spraakgebruik. Daarop is dit verhaal gestoeld. En als u dit kunt,  kunt u zeker in ons mooie platteland verkeren. U zult geslaagd zijn voor het examen Nederlands en persoonlijk zal ik bevorderen dat een inburgeringscursus voor u niet meer noodzakelijk is. Want: “Wat  Kan kan, kan Kan alleen” . Die uitdrukking heb ik niet van mezelf, kunt u begrijpen. Maar wat Kan kan , kan niet meer en is geworden: wat Kan kon, kon Kan alleen. Want –hoewel alles in kannen en kruiken is, is Kan niet meer onder ons. Dus dat zal vast niet meer kunnen. Kunt u dit nu naadloos overkieperen vanuit uw Marokkaans naar een correct gespelde Nederlandse tekst dan kunt u meer dan veel Nederlanders kunnen.  Kunnen en willen zijn n.l. woorden die in het Nederlands veelvuldig worden toegepast. Toepasselijk is echter dat op het platteland en in stedelijke streken de woorden kunnen en kennen regelmatig door elkaar worden gebruikt. Dit is strijdig met de oorspronkelijke beginselen die aan het Nederlands ten grondslag liggen. Vaak merk ik op dat ik die niet ken en dat het ook niet kan. Om dat uit te leggen moet ik regelmatig lachen.  Kent u dat? Spreekwoordelijk slaan dan velen de plank mis. Maar ook uitdrukkingen die worden gebezigd in het ene deel van ons platteland zijn geen gemeengoed. ’t Is gemeen, maar goed, dat moet soms ook bijdragen tot het verkrijgen van de lachers op je hand. Onlangs vroeg ik aan een nabij lid van de familie “Is ze een beetje goed te pas?”. Neen, een pasklaar antwoord ontbrak. Sterker, sommigen staan met zo’n vraag meteen met de mond vol tanden. Te pas en te onpas kun je dan spreekwoordelijk ineens “voor aap” staan. Maar op de Veluwe zal deze uitdrukking begrepen worden. In de omgeving van het Utrechtse wordt een mooie uitdrukking  aangehoord met vraagtekens.”

De Marokkaanse studenten keken me nu aan of ze het water zagen branden.  “Afsluitend, zo stelde ik, “kunt u overgaan tot het overzetten van voornoemde tekst. Als u dat kunt ,kent u Nederlands.” Het zweet stond op mijn rug. Pittig stukje tekst.

Ik werd wakker. Met een ruk zit ik recht op in mijn bed. Knal met mijn hoofd tegen de boekenplank. Als een schele Chinees zit ik overeind en bedenk: Ze kunnen me wat. Als ze zoveel kennen,  kunnen ze best in Nederland werken.

HET KOPPIE ERBIJ HOUDEN

De vroege vogel, ds. Meijvogel, hield gisteravond een aardige meditatie. Je moet het “hoofd” erbij wel houden, maar moeilijk volgbaar was het niet. Hij gaf een voorbeeld waarbij hij nu niet bepaald voorbeeldig het “koppie” erbij hield. Op weg om te gaan vissen,  neen niet naar zijn professie als visser van mensen, maar op echte vissen, reed hij volkomen verkeerd. Hij had zijn hoofd er niet bij! Jammer voor ds. Meijvogel. En ja, dan rijd je mooi verkeerd. Leuke anekdote, n.a.v. Ef. 4 : 15/16. Lekker eens lezen hoor. Vissen op de Noordzee. Ach, ook deze dominee heeft natuurlijk recht op zijn hobby.  En dan wil je stiekem nog mee ook…Zolang echter de dominee geen Tom Tom aan heeft, ja dan…..

Geestig eigenlijk. Je kunt nu ook een geestelijke vergelijking gaan trekken. Als een predikant zijn Tom Tom vergeet, dan “vaart hij een verkeerde koers”.  Mijn TomTom zegt, als ik verkeerd rij: “keer nu om!”  Kijk, deze beste dominee, geen kwaad woord hoor over zijn meditatief moment, en we swingden de kerk door, kan zijn vergelijking dus verder uitbreiden met zijn geestelijke TomTom. Ook Die spreekt.

Pagina 55 van 91

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén