Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Een bijzondere fietstocht. Het levenspad.

Gij maakt eerlang mij ’t levenspad bekend.    (Ps.16:6 berijmd)

“Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.  (Psalm 16:11)

De mensen die mij kennen weten het wel. Ik ben een fietsliefhebber. En wie fiets heeft altijd wel tijd om over de zaken van het  leven na te denken. Soms vervliegen de gedachten zo snel dat je geen tijd hebt om ze te overdenken.
Er zijn ook momenten die je van het fietsen bij blijven. En dat brengt mij tot de boven genoemde tekst.

Ooit heb ik van mijn moeder een boek gekregen. Dat boek moet ik zelfs nog hebben. ” Geen kalme reis, maar wel een behouden aankomst.”

En tijdens zo’n fietstocht flitst dan even een wolk weg uit je geheugen.
Ook deze keer.
Ik bedacht dat we wel onze eigen weg kunnen kiezen. Maar wat je tegenkomt  en wie je tegenkomt wordt door Die Ander bepaald.
Je komt op je fietstochten veel mensen tegen, waaronder helaas ook heel wat somber kijkende medeburgers. En graag wil ik dan ook wel eens wat “ontmoetingen” neerpennen.
De een is nog somberder dan de ander.Mensen die niet goed zijn uitgeslapen. Mensen die opzien tegen wat hun die dag zal brengen. Mensen, diep voorovergebogen over hun stuur en slechts asfalt aanschouwen. En zelfs dat niet eens. Ik heb er inmiddels een sport van gemaakt om bijvoorbeeld ’s morgens iedereen die ik tegenkom een “goede morgen” te wensen. Een kleine opsteker op hun levensweg. Wij weten ook niet wanneer ons pad eindigt. We weten soms wel waar die naar toe gaat, maar verrassingen blijken, net zoals bij een fietstocht, niet uitgesloten. Ineens wordt de mens gedwongen een stapje terug te doen. Soms worden fietsers zelfs gemaand af te stappen.
Bijna letterlijk wordt het dan: sta eens stil bij het werk aan de weg.

Is het ook niet zo in een ieders leven? Vaak hebben we wind mee. Maar, zeker in ons land, ook heel wat wind tegen.
Regen, wegomleidingen, opgebroken wegen, precies zoals onze levensweg.

Ik probeer op die levensfietsweg te genieten. Genieters kom ik eigenlijk weinig tegen. Ze zijn er, en hun olijke blik is een verademing. Maar soms zie je kleine padjes de weg oversteken. Huppend om zo snel mogelijk hun beloofde waterlandschap te bereiken. Vogels, die je weg doorkruisen op zoek naar voedsel. Een haas, een konijn of een reiger op zijn post voor eten.
Wonderlijke schoonheden in de natuur. Juweeltjes van de schepping. Of van de Schepper.
Op weg naar? Ja waar naar toe eigenlijk?

Zo is het toch ook in ons eigen leven. Waar het eindigt? Ik weet het eerlijk niet. Wel weet ik dat wij op ons levenspad wel moeten doen zoals met fietsen. Niet alleen de blik strak naar het wegdek. Geniet van de schoonheid om je heen. Geniet van de mooie geluiden van de vogels,  de kikkers, de vlinders, de wolken lucht en winden. De zon op je gezicht. Mens, durf te genieten!
Voel de wind en ga niet bij voorbaat uit dat dit alleen maar tegenwind is. Immers, ook al is er tegenwind, er gaat veel meer wind langs je heen dan dat je tegen krijgt.
Het lijkt wel of de “schellen” van de ogen vallen.
Net als bij de regen. Verkwikkend, maar oh, soms ook zo lastig terwijl er meer naast je neervalt dan dat je op je bol krijgt.
We krijgen zelfs de mogelijkheid en soms ook de verplichting “eens even af te stappen”. Momenten van bezinning al dan niet verplicht op de eigen levensweg. En ook al vind je het maar helemaal niks: er kunnen ineens boeiende (ver)gezichten zijn. Je leert weer eens heel anders kijken.
Best mogelijk om eens even te dagdromen. Helemaal niet erg om eens iets verder te kijken dan alleen maar naar je eigen voorwiel. Zelfs hemelse vergezichten kunnen je deel worden.
En dan mag je ook belijden: Gij maakt mij ’t levenspad bekend.
Als je die levensweg “fietst” dan mag je weten, ik ga niet alleen door ’t leven. Het is niet altijd een kalme reis. Ziekte, lekke banden tegenslagen? Zeker. Maar met Hem: een behouden aankomst. En langzaam maar zeker weet je dat je levenspad meer inhoud krijgt. Dat je de zaken duidelijker krijgt dan dat je vooraf had gedacht. Wat een weelde.

Een goede haring is het halve werk

Tenten.

Als jong ventje werd ik al snel in mijn leven deelgenoot gemaakt van het genot van tenten. Kamperen. Ware vrijheid. Leven onder de blote hemel. Je terug kunnen trekken op een plekje op deze aardbol die jij leuk vindt. Broers die altijd in de weer waren met touwtjes, haringen, zakken kleding, branders, olielampen. Een intigrerend gebeuren voor een veel kleiner ventje dan die grote broers. Zomaar achterop de fietsendrager. Alles erop en eraan. Zo ontstond een diep verlangen naar ook dat vrijbuiterige gedrag, wat kennelijk door ouderslief werd goedgekeurd. Maar van dat laatste had ik geen enkel benul Wat ze er zelf voor hadden gedaan en gelaten waren verhalen. Zelf een tent verdienen. Bij de Cruquedo. Dat ze maanden lang geen nassikruiden meer konden ruiken of zien, dat ontging mij volkomen. Die fietsdragers. Die fietsen. Vol met tent en toebehoren. Een lamp aan zo’n touwtje vastgebonden achterop. Met een heuse plastic emmer met voetbal.
De vreugde van dat alles is mij niet ontgaan. Maar het allermooiste was toch wel zo’n tent met een stok waarin je kon slapen.
Intens verlangen mocht worden omgezet in daden. Maar helaas. Niet op de fiets.
Op een of andere manier ben ik gestrikt voor een gezamenlijke vakantie op Ameland. En zo is het gekomen. Een reis van je dromen. Alleen de wijde en wilde gevaarlijk wereld in. Met ouders van vrienden kreeg ik toestemming een drietal weken, misschien waren het er ook maar twee, naar Ameland te gaan. Mijn vriendje bleek daar nota bene te gaan vakantiewerken. Zat ik met een oude schoolmeester en zijn vrouw opgescheept. Goed, het eten kreeg ik, maar die rare broer en zuster, dat was maar niks. Alleen stond ik op een groot kampeerterrein naast die vaste stacaravan.
Maar het leven blonk mij tegemoet. Broederlief had mij gewaarschuwd. Zorg voor goede verbindingen met ’s Heeren ondergrond. Ram er een paar beste stevige houten haringen in.
Tja, en als een mens niet wat anders mee krijgt, dan sta je daar in de zomerhitte met je magere blote bovenlijf wel wat af te tobben. De rubber hamer die deelgenoot was van mij opperste genot, deed zijn werk. Ik werd bespot en gadegeslagen door velen.

Veel kommentaar. Het belachelijkmaken is mij wel bijgebleven. Nog kleuren mijn wangen bleek ( dat doe ik altijd in tegenstelling tot anderen die rode wangen krijgen) van opwinding en verborgen leed. Want het doet wel pijn als je belachelijk wordt gemaakt.
Uiterlijk wenste ik mij niet neer te leggen bij de spotters van deze aarde. En ziedaar, ongelovig als ik was, en zeker geen Christen, werd de zon verduisterd en een ware stormwind kraakte de camping. Slechts luttele seconden op mijn mensenbestaan deden mij “bidden” van vreugde en “angst” want ook dat was zo, dat mijn tent, al was hij van broer Kees, zou behouden blijven. De tenten en stokken en lappen doek donderden door de lucht. De camping leek wel getroffen door een kleine tornado. En ik maar lachen (Maar oh wat was ik bang). Zie je nu wel, stelletje sufferds, ik hoor mij nog schreeuwen van plezier en leedvermaak.

Een goede haring is het halve werk!

levensboek

bevriend

bemind

bezwangerd

barend

bevallen

beschuit met muisjes

nieuw leven

benauwd

beademd

beëindigd leven

dood

gekist

begraven

broodje kaas met

koffie

levensboek

dicht

Geen ouwe koeien

Neen, we zullen geen ouwe koeien uit de sloot halen. Maar er waren me een paar mooie koeien! Afgelopen zondag hebben we eens ouderwets een stukje Soppenhof in Doornspijk gewandeld met broer en schoonzus. De wereld waar we vandaan kwamen, zo u wilt uit de zandgronden ontsproten, was ons wandeldoel. Er waren slechts een paar belangstellenden. Maar ze mogen er wezen.

Pagina 64 van 91

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén