Pieter Hoeksma

De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Boeggolfjes 2

Plop

Wat ligt daar op de voorplecht? Een afschuwelijk drama deed zich voor.

Drama
Sidderend. Dat is in een woord de juiste omschrijving van mijn gevoelens van die dag. De boot voor mij kliefde met de boeg door de kleine golfjes. Het water spatte en de soepele gespierde beweging van mijn voorganger deden mij beseffen: een geoefend kano-vaarder. Zo geruisloos, zo gestroomlijnd. Het leek wel op een ex-marineman. De krachtige slagen, de eenvoudige beweging, de boeggolf die getrokken werd. Ik was verbaasd. Wat een soepelheid. Wat een kracht. Wat een voortvloeiende beweging. Ik werd er stil van. Langs de waterkant liepen enkele mensen. Vol bewondering werden hun blikken getrokken door de krachtige peddelslagen die zich aan hun oog ontvouwden. Ergens in de verte krijste een meeuw.

Fuut
Voor mij dook een prachtige fuut onder water. Ook de onderkant van de kano voor mij was kennelijk de moeite waard. Langzaam volgde ik. Plotseling werd de boot voor mij onrustig heen en weer geslingerd. Ik peddelde met een noodsnelheid naar mijn voorganger. Het oogde gevaarlijk. Het oogde paniek. De adrenaline spoot nu door de aderen. Wat was er aan de hand? Koude rillingen liepen over mijn lijf. Werkelijk. De soepele bewegingen, de kalme voortgang, het stil genot, het was ineens ver weg. Angst, pure angst nam als een over het hoofd getrokken deken bezit van ons. De meeuw krijste niet meer. De fuut stopte zijn kop te water, terwijl ik altijd gedacht had dat struisvogels alleen op het land voor kwamen.

Prestatie dwang

Neurotisch voel ik mij. Enkele weken geleden werd mij door een zeer geliefd persoon verteld dat zij met gezin een “rondje Nederland” gaan fietsen. Dan vliegen de kriebels spreekwoordelijk door mijn ledematen. De maten vertellen mij dat deze prestatie door mij natuurlijk geëvenaard moeten worden. Ach arme ik. De lede maten kijken me met lede ogen aan. Immers, dan zal ik toch wel even wat meer kilometers in de maten moeten opbouwen? Vorig jaar kwam ik nog uit op ruim 4.500 kilometers. Maar het jaar daarvoor waren de maten echt aan het werk gezet door dit heerschap. Toen waren dat er nog 2000 kilometers meer! Ik bekijk mijn prestatiecurve dan ook met enige zorg. Wil ik een rondje Nederland evenaren aan die geliefde familieleden, tja dan moet deze maat de maat worden genomen door zelfkastijding. En zo kastijdde ik mij de laatste dagen flink. Getergd door zoveel overmoed protesteerden natuurlijk mijn onderdanen heftig. Inmiddels zit ik bijna op 1000 kilometer en dat in twee maand? Ik vind dit zo gek nog niet. Wel begint het geweldig te kriebelen om mijn tent te grijpen en door de storm mij voort te laten stuwen. Inmiddels heb ik zelfs ontdekt dat de wind in de rug eigenlijk makkelijker is dan er tegen in! Gek eigenlijk, ik lijk altijd een route te kiezen die mij tegenwind oplevert. Hoe dan ook, ik zal mijn geachte familie eens benaderen hoe de route er uit gaat zien. Van oost naar west of van noord naar zuid, met de klok mee of tegen de klok in? Zoiets?

Ik herinner mij dat ik enkele jaren geleden mijn Waterloo vond in het plaatsje Nederland in de buurt van Blokzijl. Als een blok. Plat op vadertje aardkloot. Zak appels waren op, de balkenbrij van zes jaar geleden brak mij op en amechtig zwart voor de ogen kieperde ik van mijn stutten. Nederland werd daar mijn spreekwoordelijk Waterloo. Want geachte lezer, Waterloo ligt normaliter echt ergens anders. Inmiddels weet ik nu hoe het kwam. Wind tegen, windkracht negen!!! Te weinig gegeten, een onschuldig lijkend kwaaltje- iets met gebrek aan suiker- en Nederland kon de pot op. Zoiets. ‘k Zal het vast vastleggen. Verankeren in de bits en de bytes. Rekening houdend met de schraalhans die keukenmeester is op mijn kampeertochten, zal ik mij oplettender gaan gedragen. Veel fietsen, veel fantaseren ook, over de mooie routes en dan de hort op. Vervolgens onmiddellijk de beuk erin, meteen afwijken van de planning, want er is oh zo’n geweldig leuk weggetje,  en voor je het weet sta je voor aap of lig je voor Pampus. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Dus ik ga voor de prestatie, ik zet mij onder dwang van het verleden, ik wil gewoon met de tent op stap, uh fiets.

Sinterklaas

De warme koffie glijdt als fantastische lekkernij van een verboden vrucht door mijn keelgat. De geweldige geur van de bruinverbrande en vermalen koffiebonen geven mij een kik. Zeker als de wind om het huis giert en de regen als giga huilbui van boven probeert de tranen van de ramen te wassen. Een kik in het bedenken van mijn verleden. Een verleden die niet zonder slag noch stoot kon plaatsvinden. Van kind naar man. Man van nu en kind van toen. Een wereld van verschil? Neen, de kleine geneugten des levens worden ook nu nog hoogstelijk gewaardeerd.
Toen ik een kind was dacht ik als een kind, nu ik man ben geworden denk ik aan het kind in mij.
Ik weet het, het is een variant. Maar ach de varianten in het leven van mij zijn meer realiteit dan werkelijkheden die nooit hadden plaatsgevonden.
Zo zitten we. Achter een scherm om onze gedachten een beetje te ordenen.
Op de achtergrond staat een meneer te preken. Een koortje bracht een variant op de psalmen Davids. Met elektrische gitaar, veel swoeng en een hoog ritme. Bekoren doet en deed het me eerlijk gezegd niet helemaal.
De meer gedragen en door orgelklanken ondersteunende hijgpijpen spreekt me persoonlijk meer aan. En dan dat beseffend besef je, inderdaad, je wordt toch wel wat ouder. ’t Hoeft allemaal kennelijk niet meer zo nodig in de moderne variant. Terwijl er sec nis mis mee is om de psalmen eens op een andere wijze te ventileren in de tijd.
Zo schiet langs de levenslijn van herinneringen je gedachten wat terug in de tijd. Tijd voor kind zijn. Niet bewust van allerlei theologische onlogica…
Zoals vanmorgen nog weer. Een zich zelf dominee noemend heerschap die beweert dat God niet bestaat… Er is natuurlijk geen nieuws onder de zon, maar de “dominee”  noemende figuur heeft Nijenrode gestudeerd. En hij weet met een onwaarschijnlijk goed gevoel voor academische gevormde handelsstrategie zijn boek rond de tijd van Sint en Kerst te ventileren. Passend en strategisch juist moment om je boek te promoten. Kerstcadeau? Sintcadeau? Neen, dank u. Er zijn mijns inziens leerzamer boeken in de handel.
Toen dacht ik terug. Ineens zo langs de lijnbaan van het verleden. Een tijdlijn. Kreeg ik eigenlijk ooit één boek met Sinterklaas? Nooit met Kerst. Dat was not done.
Ach, Sinterklaas. Ik zal een jaar of 8 of 9 geweest zijn dat ik daar mijn herinneringen aan heb. Wie er waren? Hans, Kees, Pa, Ma, Beppe. Of die zusters van mij er bij waren? Ik weet het werkelijk niet. Niets staat wat dat betreft mij nog voor de geest. Toch deden we aan Sinterklaas. Want een keer herinner ik mij al te goed.
Beppe woonde bij ons. Beppe was zo’n beetje drie maanden bij ons en dan weer drie maanden bij ome Johannes in huis. Het kan ook best zijn dat het zes maanden was, maar dat weet ik niet meer.
Enfin, op één of andere manier werd er kennelijk wel aan die Roomse heilige de nodige – wat zeg ik broodnoodzakelijke- eer gegeven. De enige mens op aard die een beetje eer van ons zou moeten ontvangen. Voor de rest van de mensheid zou ik zeggen, geef maar een zwikkie respect. Eer is denk ik bijna of meestal teveel van het goede.
Of het die keer was dat Kees voor de knecht van die zwarte knecht speelde weet ik niet. Wel dat de pepernoten door de kamer werden gekieperd. Dat was in ieder geval het geval. En da’s mooi meegenomen. Dat was kennelijk zeer zeer indrukwekkend.
De pakjes stonden in de grote wasmand. Ergens bovenaan de trap op het eerste plateautje.
Nou dat was wat. Pa zat in zijn leesstoel, moe was kennelijk altijd doende met wat? Ik weet het niet. En beppe. Ja, ze was er in ieder geval.
Enfin volgens mij deelde pappa wel de pakjes uit. Kees hielp of Hans, zoiets. In ieder geval werden de pakjes bij mij ook aangereikt. En in het ene zaten zelfgebreide sokken, onderbroeken, een borstrok (kom daar eens mee aan bij de kinderen van nu!) en dat soort kulllerij. Maar ook iets zwaars. Mijn hart sloeg zes keer over. Nieuwsgierig en altijd haantje de voorste, ja ja, zo was ik VROEGER, kon ik natuurlijk niet langer wachten. Dat moest ontdaan worden van de cadeauverpakking. Redelijk woest rukte ik de verpakking er af.. Beppe zat te grijnzen zoals alleen beppe dat kon. Pa kon dat ook.. Een beetje stilletjes grijzen… Twinkeling in de ogen, mondhoeken ietsie pietsie opgetrokken…
Ik kreeg? Een fles. Met levertraan. De tranen welden op. Kwaadheid was een, als poep opkomende behoefte, uiting van grote teleurstelling. En die twee Hoeksma’s maar grijzen. Vertwijfeling was mijn deel.
Sinterklaas? Voor mij had die afgedaan. Nooit leuk. Ik heb mij voorgenomen nooit met die schijnheilig man te schermen bij mijn kinderen. Die vent bestond immers niet? Kees speelde voor Zwarte Piet. En ik was “Piet -verdriet.” ’t Mocht wat, smerige levertraan…..

Wondere werkjes van mijn vrouw

Er zijn van die dagen dat het niet lukt bij mij. Soms ga ik over op een ander blog en dan wil het niet of wel. Dan wissel ik. Flexibel moet je zijn. Ik ga nu, om te proberen, maar een paar sfeerbeelden op mijn weblog zetten.IMG_0156.JPG

IMG_0094.JPGZoals je ziet! Het lukt hier wel.

Het ene, de laatste, heet “uit balans” en de bovenstaande is een “drie niveau-stuk”. Enfin, kom op haar open huis en schrijf u in! Zie voorts: de decori.nl

Pagina 68 van 91

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén