De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Tag: Harms Pagina 1 van 2

Misschien schilderachtig

“Jonge Japie, wat kan het leven ingewikkeld zijn. Gisteren zag ik Harms fietsen. Zelfs met dit beestenweer is hij op zijn karretje weer in de weer. Ik vroeg hem hoe het ging. Nou Japie, hij had vegen van verf op zijn gezicht, de baard wordt met de dag grijzer en volgens mij wordt hij ook eigen wijzer”. Japie keek eens naar zijn vaste stamgast Wapse. Het kleine pientere boertje uit de Friese wouden zat duidelijk weer op het level “ nieuwsgierige Wapse3 ”. Japie zag het wel. Heb je nog gevraagd hoe het met hem ging? “ Japie had altijd open vragen voor zijn gasten en Wapse was vaak een bron van vermaak. “ Ach Japie, veel wilde hij niet zeggen. Hij zat ergens op een schilderachtige geestelijke gesteldheid. Hij had het over bomen, kleine bruggetjes, pastel, olieverf. Zo mompelde hij wat af. Ook vertelde dat hij tegenwoordig met vriendelijke mensen van velerlei soort aan het schilderen was geslagen. Beetje veel dames, maar volgens hem viel het gekwebbel buitengewoon mee, dan een vluchteling, ook een soort Picasso die super snel zijn werken kon af boetseren, ja zo zei hij het, af boetseren. Nou, dat snapte ik niet. Maar die man, die bleek meer een paletkunstenaar te zijn. Deed volgens Harms, zoveel en zo snel met het “mes” . Toen ik hem vroeg of de vork er dan ook bij was, had je Harms moeten zien kijken. Die dacht natuurlijk, zo is hij wel, dat ik hem bij de “poot” nam, maar Japie, jij weet: ik ben alleen maar oprecht belangstellend. Enfin, ’t schoot Harms blijkbaar beetje verkeerd. Net of ik niet weet hoe de vork in de steel zit. Maar goed, hij bromde iets van “ de groeten Wapse, ik moet mij concentreren op mijn stukken. Niet dat het veel voorstelt, maar , zo zei hij “ik knutsel maar wat af”. Heb hem gevraagd of ik wat van die schilderstukjes mocht zien. Nou, als een speer. Die ouwe Harms had werkelijk nog wat sjeu in de beentjes. Man hij was weg voordat ik het in de gaten had.” Even zweeg Wapse. Keek naar zijn vriend Japie, “ Weet je Japie, doe mij maar een burgertje van de beren. Harms is best een aardig jong, maar of ie echt vaardig is met kwast en mes? Ik geloof er niks van.” “k Zal het hem eens vragen Wapse, en hier is een burgertje van het huis. Als we Harms tegenkomen zullen we er toch maar niet meteen over beginnen”.

De beide mannen verzonken boven hun Beerenburgertje in diep gepeins.

“ Nou Wapse, dat Harms een kwast is, dat is mij duidelijk. Dat hij de kwast hanteert? Het verbaast mij in hoge mate.” Wapse schudde het hoofd. “ Neen Japie, mij niet, hij loopt eigenlijk al jaren met een potlootje en krijtjes in zijn handen. Heeft het echter nooit gezegd. Ooit heeft hij zelfs een cursus cartoon tekenen gedaan heb ik wel eens begrepen. Maar vorig jaar toen zat ie ineens in de “koppen” en nu probeert hij het Verweggistan van het schilderen onder de knie te krijgen. Blijkbaar in de olie. Maar als ik de laatste berichten moet geloven zal Harms niet “in de olie” gevonden worden. Je weet het nooit met hem, maar dat hij het echt eens op een zuipen zet? ‘k Waag het te betwijfelen. Hij mag “niks” meer hebben van de dokter, zei die. En hij was altijd al “niet scheutig” met dat gebeuren. Weet je Japie, op mijn kosten? Doe mij maar een BB’tje man. Ik kan op één been niet langs de Goddeloze Singel naar mijn Waldhûske. En ik ga die site van Harms maar eens bekijken of daar wat staat over schilderen, plamuren, tekenen, potlood of krijtstreepjes trekken. Je weet maar nooit.”

Wapse rekende zijn vertering af. Altijd op de cent nauwkeurig. Daar kon zelden een ”fooi” af. Maar ja, dat kende Japie wel. Hij had toch liever de iets gullere Harms op bezoek. Maar die zat blijkbaar in de olie. Japie schudde zijn wijze hoofd. “Ach,” zo mompelde hij, “ die bevlieging zal ook wel weer overgaan en dan pakt Harms zijn geliefde fiets en gaat hij weer kamperen. Tenminste: als zijn lijf het toelaat en Harms toestemming heeft van zijn hele echte eigen baas.”

Nunspeet, 19 november 2024.

Sinterklaas

“Zeg Japie, heb jij Harms al gezien?” De vraag bleef als een wolk hangen in het kleine café De Gulle Gaper. Japie schudde zijn hoofd, neen, Harms had hij niet gezien.

Ach, weet je Wapse, ik denk dat  de kleine Harms wel door zwarte Piet is meegenomen. ’t Is Sinterklaastijd. Hij is dan altijd, hoe zal ik het zeggen, een beetje schuw. Kijkt vaak over zijn schouder, kortom Harms is Harms niet. “

De beide mannen lurkten aan een lekkere bak bruine bonensap van kastelein Japie. De stilte daalde als een aangename deken over de mooie gelagkamer. Niet veel later zwierde de hoed van Harms feilloos gedrapeerd,  op de kapstok. De atmosfeer veranderde meteen in een vol elektrisch geladen verhaaltjesarena.” Ha, die Harms, zeiden de beide mannen in koor. Maar Harms keek schuw om zich heen .   “Nou Harms, je kijkt of je het verleden ziet branden, man.” Verschrikt keek Harms nu naar Japie en Wapse. Ach ja””, mompelde hij, “ach ja, trauma’s man in deze tijd”. Oh ja, hoe zo dan? “De nieuwsgierige Wapse wist Harms wel te prikkelen. “Ik zal het je wel vertellen mijn beste. Vier jaar was ik voor het eerst Sinterklaas vieren op de kleuterschool.” “Da’s een heel eindje terug in de tijd Harms”, meende nu ook Japie zijn input te moeten geven aan de bijeenkomst. Maar Japie had wel door, daar zat meer achter. Hier man, neem een BB’tje , want ’t is koud”.  Harms dacht er zo het zijne van, maar vervolgde: “ach ik was een uitgesproken wijsneus. Ook toen al. En er was een meester, Pruim, die ik altijd liep na te roepen. Hij was meester bij de concurrent van mijn vader, maar ja, ik zat op een oecumenische school. Dus dat ging verder prima. Meetster Pruim werd door mij altijd genoemd meester Pruimepit. Kom er maar eens op, tegenwoordig. Nu is het Meester Jan, of zelfs zonder meester ervoor, maar toen nog altijd met twee woorden. Hoor ik tegenwoordig niet meer. Enfin, lang verhaal kort maken, goeie Japie, ik lust er nog een en doen jullie dan ook maar, dit kleine mannetje moest, jawel, op schoot komen bij Sinterklaas. Sinterklaas keek eens naar zijn zwarte Piet, toen nog echt zwart hoor. En daar ging het grote boek open. Piet stond er bij en keek ernaar en verschoot zowat van kleur. Kun je nagaan. In het grote boek stond dat ik een meester van het dorp altijd uitschold voor Pruimepit. Hoe kon Sinterklaas dat nu weten? Man als ik er aan terug denk, ik doe het nu nog weer bijna in mijn broek van angst. Als klein jochie bibberde ik het uit en wilde weg. Maar dat mocht ik niet . Sinterklaas hield mij wel erg stevig vast, en keek mij heel streng aan. Dat, beste kind, dat is niet best. Jij bent wel heel stout om meester Pruim uit te maken voor pruimepit. Weet jij dan niet hoe de meester heet? “ “Jawel, Sinterklaas”, was mijn antwoord, “mijnheer Pruim.” “Wil jij dan nooit weer zeggen “Pruimepit?” was de indringende vraag. Oei man als ik terug denk aan die bezwaarde indringende ogen van Sinterklaas, ik zou subiet bij Zwarte Piet in de zak willen kruipen.” “ En, zo vervolgde Sinterklaas, “als jij dat weer doet jongeman, dan ga jij echt in de zak naar Spanje. “

’t Werd stil de beide mannen keken eens naar Harms. “Da’s trauma, Harms, wat erg. Wat zul je geschrokken zijn”, zo stamelde Japie.” Ja, Harms wat moet dat een verschrikkelijke ervaring geweest zijn”, meende ook Wapse als duit in het zakje te doen. Harms knikt. ” ja mensen, zelfs nu ik op leeftijd ben, komt jaarlijks die ervaring voor mijn geestesoog. Ik meen dat ik een klein rolletje drop heb gekregen en een paar pepernootjes. Maar die angst voor Sinterklaas en zwarte Piet  ben ik nooit meer kwijt geraakt. En daarom  Ik vier nooit meer Sinterklaas. “ Intens verdrietig keek Harms in het rond. Warempel, dacht Wapse, zie ik nu een traan bij Harms?

“Nou weet je”, zei Japie,” dan zal ik nu maar voor Sinterklaas spelen en neem er nog eentje op mijn kosten.”

“Dank u wel Sinterklaas”, mompelde Harms.  Het werd nog heel gezellig in het kleine café De Gulle Gaper.

Harms en de vervreemding.

Het was een weekje of drie geleden. In de ochtend midden in de week speelde zich het volgende af.

“Ja, lekker die bruinenbonensap Japie. “ Vergenoegd glimt Japie van zijn linker tot rechteroor door de gelagkamer van het kleine café de  Gulle Gaper.

“Kijk”, mompelde hij, “dat zijn nu gewoon fidele gasten. Ze geven zelfs ’ s morgens al een compliment”.  Als niet veel later Wapse op zijn gebruikelijke manier binnenkomt,  is meteen de stilte van deze mooie dag doorbroken. “ Tjonge ,Harms, al zo vroeg uit de veren? Kon je het niet meer uithouden op de groene weiden van de  Veluwe? Zeker vol met stikstof.”  Triomfantelijk keek dat kleine eigenwijze boertje uit het Hoge Noorden nu naar zijn gesprekspartners.  Maar, getuigend van wijsheid, wilde Harms er maar niet meteen op reageren. Meewarig knikte  hij en mompelde “merkwaardig”. De sterk geurende koffiedampen bleven net als het gesprek, een beetje hangen boven de mannen. Japie zag zijn omzet nu ook verdampen , dat gaat niet goed dacht hij, en vroeg: “willen de heren misschien een BB’tje?”

Ach heden, daar trapte hij nu toch op een gevoelig teentje bij Harms. Nee Japie, deze morgen ga ik, net als de vorige week en de komende week niet aan de alcohol. Maar als je een mooie nul punt nul in de tap hebt, dan graag. En niet dat paardenpies van Amstel of Heineken of zo, of mag ik dat niet zeggen? Nou ja, een Warsteiner bijv. ja, dan graag”  “Nou mijn beste, die heb ik en ook  nog wel ander soortige hoor.”  Nee,  doe die  Warsteiner maar. “

Wapse keek wat bedremmeld om zich heen. “Daar doe ik niet aan mee Japie, zonder BB is een dag niet geleefd, dus doe mij die BB maar.”

“Gaat het wel goed met je Harms? Je ziet bleekjes om de snuit” .” Ach Wapse, ik ben een beetje, ja wat zal ik zeggen, een beetje vervreemd van de kerk aan het worden. Roept die scriba de Reuver op om te gaan protesteren op zondag. In plaats van dat hij oproept “ter kerke te gaan en zo”, nee hoor,  bij een of ander vreemd clubje klimaatdoordrukkers zal ik maar zeggen moet het volk zich naar Amsterdam spoeden om te protesteren. En dan  ook nog eens gaan reizen op zondag, dat is mij vroeger niet bijgebracht. Hier protesteer ik tegen,  dat snap je hoop ik. Straks wordt ie nog voor allerlei andere karretjes gespannen en nou ben ik nota bene nog lid van die “club” ook. Weet je Wapse, ik voel me een vreemdeling aan het worden. Ik weet het niet Wapse, maar straks blijkt dat er een wolf in schaapskleren rondbanjert. Daar moeten we echt een de Jager op zetten denk ik.”

De stilte van het café de Gulle Gaper werd intens. De koffiegeur (of dat nu van een echte koffieboer was?) was ook intens.  “Ik doe niet mee, Wapse. Ik doe niet meer mee. Ik voel me er niet meer thuis.  Zo. En misschien dat die Jager uit Dwingeloo daar iets anders over denkt, als ik het overdenk dan denk ik er over om…”  De woorden stierven weg. In het gebulder van de protestbijeenkomst.

Later bleek dat Harms zijn voorgevoel wel klopte.  Beetje grinnikend (maar leedvermaak is ook al zondig Harms, zo sprak hij zichzelf vermanend toe)  en ook diep bedroefd dat hij gelijk had,  keerde Harms zijn fiets. Wat een vreemde kostgangers. “Ik weet het niet meer” ,  mompelde hij. Verdwaasd en vervreemd fietste hij door de groene landerijen. Zo ver het oog kon, alleen maar windmolens. Ook dat nog, heb ik nu een tik van de molen of al die anderen?  In de hoogte bulderde onder uitstoot van teveel kerosine zonder taks een vliegtuig. Ja ja, Harms ziet ze vliegen.

Verkiezingen.

“Goede morgen, mannen” . “Zo Harms, dat is vroeg. Maar dank, insgelijks” . “Ja mannen, vandaag is de dag van de democratie. Verkiezingen, je weet wel. Dat ga je toch niet voorbij laten gaan”  verbaasd keek Wapse naar zijn vriend Harms. “Nou, Harms, dat zooitje in Den Haag verdient toch geen stem? Heb het deze weken wel veelvuldig gehoord. De hypocrisie denderde door onze huiskamers. Om U te dienen. En wat een beloftes, man man, of er geen enkel schuldbesef is overgebleven na al die rottigheden die ze uitgehaald hebben” . Wapse, vloog werkelijk meteen op de vroege ochtend al in vuur en vlam. Dat gaat lekker, dacht Harms. Mooi, die is in ieder geval wel geïnteresseerd in de hele handel. Japie deed verstandig. Menig kastelein of hoe ze ook heten tegenwoordig, en zeker de kleinere ondernemers die natuurlijk altijd al “gepakt” werden door het Haags gepeupel, deed er het zwijgen toe.

Harms overzag het slagveld van zijn simpele begroeting op deze vroege verkiezingsdag. “Wel Wapse, gisteren de debatcultuur nog weer bewondert? Ik wel in ieder geval. Niet dat het veel bijdraagt aan de keuze die ik maak hoor, maar ach man, eerlijk is eerlijk, die Bonteman die gaf die wijsneus uit Twente toch effe mooi lik op stuk door zijn eenvoud en oprechtheid “die zag ik even niet aankomen!” Hoe heerlijk naïef en toch ook hoe oprecht. Ik was best wel even van het fatsoen van die Rotterdamse knakker onder de indruk. Geen scheldpartij maar netjes en beschaafd die wijsneus uit Twente even onder handen nemen. Ik wilde dat ik meer hokjes zou mogen roodkleuren. Rood zal ik stemmen, dat mag wel duidelijk zijn”. Verbaasd over zoveel openheid bij Harms keek Wapse naar Japie. Maar Schele Japie was werkelijk scheel. Zolang de omzet maar omhoog ging vond Japie het best. Ondernemer ben je en blijf je, al mocht hij deze wonderlijke types op ’s Heeren aardkloot eigenlijk wel. Die Wapse was er eentje met vuur. Die Harms was een twijfelachtig heerschap. Ooit in zijn leven begonnen als ambtenaartje, maar nooit laten zien waar die de echte keuzes maakte. Je kon het raden maar ’t bleef raden. Ja Japie kende zijn pappenheimers wat dat betreft.

“Nou Wapse, die rechtse directe die hij op een zeer beschaafde manier uitdeelde over “jij zat er dik 20 jaar bij, en ik pas 2, die vond ik wel terecht. Natuurlijk is die man uit Twente zwaar gepiepeld door zijn ouwe club en natuurlijk was de sneer “ ïk ben er niet meer bij” , eentje die terecht was. Maar toch.

Consistent uitdragen van je mening, gevoelens , normen en waarden Wapse. Daar ga ik voor. En zeker, als zwevend fenomeen op twee benen erken ik de werkelijkheid van het politieke moddervechten . Soms zat ik er dicht op. Al was dat in het klein. Ik weet wel hoe de waarheid wordt ingeruild voor “geen actieve herinnering”  nee, en “ook ik ga niet meer met die of die in…”en dan een paar dagen later alsnog aan tafel? Dat is nu politiek. Je moet er van houden zeg ik maar. Als je echt bijbels onderwijs wil hebben, zoals ik heb “genoten” dan weet je dat een mens geneigd is tot alle kwaad en als je dan niet overtuigd bent door die stelling,  kijk dan eens naar dit politiek gewauwel. Wij willen vooruit en zeker niet omkijken. ’t Zal je gebeuren dat je verantwoording moet afleggen… man man, ze willen allemaal vertrouwen maar ze geven als Sinterklaas fantastische veel goed bedoelde hoor, beloften die door “de ander naar de schroothoop van werkelijkheid” worden gegeven. Het ligt nooit  aan hen, maar ze willen wel en vooral “dienen”. Nou ik zal niet al te negatief doen Wapse, maar ik ken die gasten. Volkomen Verdwaasde Drammerij. Niet aan beginnen man, al moet ik ook zeggen dat die man die ze van Jetje geeft het in de campagne netjes doet. Ik vind hem beter dan het wonder uit Brussel. En ik geloof ook niet dat die onze aardkloot zal redden van het klimaatprobleem want dan houdt geen burger nog een cent in de portemonnee. Dus ja, Japie, geef maar, al dan niet met 9 of 21 % toegevoegde waarde en belast met suiker taks, een bak bruine bonensap. Misschien mag je het niet meer zeggen joh, maar het Zwarte Pieten is begonnen voordat er een stem is ingevuld. Die Zwarte Piet zal er dus nog jaren inblijven.  (Sorry Piet, ik kan het niet helpen, je zult overigens tegenwoordig maar Piet heten, maar laat maar) . Want de dames en heren bakken ze vandaag de dag wel erg bruin. Ik ga geloof ik,  gewoon op een paar van die mannen en vrouwen stemmen, dan heb ik tenminste mijn plicht gedaan. “

Verbaasd keek Wapse naar Harms. “Meerdere stemmen uitbrengen? Man je bent gek, dan gaat je stem verloren”.  Ontzetting greep Wapse bij de keel. Hij begon er van te stotteren. “Stem dan in ieder geval op de dieren joh, die hebben geen stemrecht maar worden vergast of opgevreten door de wolf. Wapse was volkomen in extase. “ Ik zal het overwegen Wapse, mijn stem geven aan de beesten. Want je hebt ook al types die grof taalgebruik mooi vinden, die niet netjes in de mond zijn en zeggen “als er zo geluld wordt, dan….”je kent ze wel. Past niet bij een dienaar en in dit geval dienares. Maar ja, dat is wel “het volk vertegenwoordigen”. Het is niet eenvoudig. Misschien moet ik toch maar blijven zweven. Kan ik kijken of ik op de maan beland, oh jah daar was er eentje die denk ik in Sinterklaas of Zwarte P. gelooft. Nou, laat maar, ik ga  zo toch maar kleuren. Den Haag kan dit niet eens digitaal regelen terwijl wij doodgegooid worden met Digidee. Kelere wat een wereld.”

“Japie, je koffie is voortreffelijk. Consistent uitgevoerd. Stel je verkiesbaar de volgende keer man.  Misschien is dat toch wel de weg die moet worden bewandeld.” “ Wat stem je nou dan, Harms?”

Er viel even een korte stilte terwijl de werkelijk voortreffelijke koffie door het keelgat van Harms gleed. “Ach, weet je Wapse, het is om U te dienen. We hebben nog steeds een (stem)ophokplicht vind ik. Die ik consistent uitdraag, maar gekakel en bij de beesten af is het soms, ik krijg het er koud van maar dat komt vermoedelijk door de klimaatverandering al zou je dan moeten zeggen, je krijgt het er warm van. Links om of rechtsom, ik denk er aan  om asiel aan te vragen, bij wie ben ik dan het beste onder dak? Misschien moet ik mij electrisch laten brengen bij het stemhok, dan krijg ik bulten subsidie maar ja,  gooi je al die stront over de akker dan zit ik bij die boeren misschien er ook nog wel goed bij. Onthoud een ding: er is nog steeds stemgeheim en dus ga ik je dat mooi niet vertellen. Ik laat het nu in het midden, zoeken jullie het maar uit, vanavond zul je het weten. En nu? Gegroet, ik ga mijn stem uitbrengen en dat kan ik wel verklappen:  ik stem rood.”

Harms stond op, potlood in de aanslag om de zwevende ellende achter zich  te laten in het café van de Gulle Gaper. Of daar ook nog een Coronabelastingschuld op lag? Studieschuld in ieder geval niet.

Verbouwereerd keek Wapse naar Japie. “Die Harms toch, wonderlijke kiezer hoor” mompelde hij. Japie knikte. Als verloren stemvee kropen ze beiden maar aan de voederbak van de tap. Geen “pisbakkenakkoord” zei Japie. “Wat zeg je nu?”  Wapse was vertwijfeld.  “Ik ga maar niet meer stemmen Japie. Want deze akkoorden, ik weet het echt niet.” “ Dat Wapse, is democratie. Reken jij af?” En zo was Wapse, net als de vele kiezers, kind van de rekening.

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén