De beslommeringen van een ligfietsende levensgenieter

Tag: Harms

Vijftig jaar

“Krijg nou wat, zie ik het goed? Harms, man, wat leuk je hier aan te treffen”.

De woorden stierven als het ware weg in de wijde luchten van het Fries/Groningter landschap. Harms keek eens op. Warempel, denk je eindelijk eens even heel rustig van de leegte van de wereld te genieten, komt daar onze kleine nieuwsgierige Friese Woudboertje Wapse op de trappers langs de dijk naar de haven van Noordpolderzijl.

“Kerel, het is werkelijk niet te geloven. Jij zomaar op een doordeweekse dag. En nog gewoon op het fietsje ook”. Harms keek eens of hij het water van de Waddenzee zag branden. Zullen we nu ook nog weer een klimaatverbeteraar krijgen die erover begint dat hij werkelijk niet elektrisch aangedreven door de wereld snort? Hij moet er niet aan denken. “Nee man, dank je. Nog maar een paar weekjes geleden had ik een discussie of met elektrische fietsen wel fietsen genoemd kan worden”. Een vrouw uit Zwijdrecht maakte mij wel duidelijk dat zoiets echt niet kon. En zij is, eerlijk is eerlijk, een echte fietstrapper hoor. In haar eentje afgelopen weken naar Roche en Ardenne gefietst. Naar haar dochter. Astrid de Heer, ik neem er diep mijn pet en als ik die op heb mijn, hoed, voor af. Wapse keek zijn bejaarde bebaarde en licht behaarde vriend eens aan. Zijn pientere oogjes blikten naar zijn vriend Harms. “Maar man, wat een discussie. Dat noem ik gewoon “Niet fietsen”. Fietsen doe je zonder trapondersteuning, toch?” Nou dat kon Harms maar al te best beamen. “Maar ja, hoe noem je dat andere soort aangedreven vervoer dan?” De vraag was voor Wapse niet moeilijk te beantwoorden. “Een fiets met doping. Zo zou ik het noemen. Maar wat vaart jou hier naar toe?”

“Ach Wapse vijftig. Vijftig jaar. En ik moet er maar eens een paar dagen voor naar een mooi deel in de wereld. Vijftig, en op eigen benen staan. Vijftig jaar getrouwd. Vijftig, en overdenken wat er in die vijftig jaar allemaal is gepasseerd. Vijftig, Wapse, en er zijn er waar ik al heel lang geleden afscheid van moest nemen en ja Wapse, het zijn er in de naaste familiekring van ons beiden ook bijna 50. En als ik mijn vrienden en bekenden mee tel…ach vriend, dat stemt mij toch ook heel weemoedig. ‘k Zal niet dramatisch doen, maar vijftig is wel even een dingetje. Maar ook vijftig jaar zegen hoor. Maar weet je Wapse, als je er voor staat dan besef je eigenlijk de diepgang der dingen, vreugde en verdriet, niet zo goed. Je beseft eigenlijk niet waar je “ja” op zegt. Dan is je blik alleen maar gericht op de rozengeur van de toekomst. En na vijftig jaar zeg je: dankbaar voor die fantastische vrouw. Die wil ik er graag nog 50 jaar bijhouden. Al besef ik nu wel dat dat een utopie zal zijn. Maar als je na vijftig jaar kunt zeggen: 4 kinderen en ik zeg eigenlijk 5, en 6 kleinkinderen, ja Wapse, dan ben ik een rijk gezegend mens. Samen zijn we die toekomst ingegaan, jazeker Wapse, maar na 6 weken lag ik al in het ziekenhuis, maar goed soms door stormen en zo, is het toch een heel voorrecht om mijn lieverd (nog) te hebben. Als wij niet samen waren gekomen, ja dan hadden wij die lieve kinderen en kleinkinderen natuurlijk ook niet gehad.

En dus moest deze jongen er even een paar dagen tussenuit om alles eens rustig te overdenken”. “Kom, we nemen er eentje in het ’t Zielhoes, Wapse, op mijn kosten. Feestje, zal ik maar zeggen.”

Wapse keek eens met een schuin oog naar zijn oude vriend Harms. ” ’t Is ook wel een hele tijd man. En dan nu een feest?” Natuurlijk wilde Wapse dat wel even weten. Misschien zelfs wel mee feesten. Maar dat zag de ouwe Harms toch niet helemaal zo zitten. Iedereen gunde hij het. En ja, natuurlijk ook zijn vriend Wapse. Maar ja, als Wapse dan…nee dat kon hij allemaal niet verwerken. Voor zijn vrouw veel te druk en hij kon al het geroezemoes toch ook niet helemaal trekken. Zij liep al niet zo snel en dan zou dat wel een heel bezurende aangelegenheid worden. Ook al omdat hij meer dan de helft niet verstond. Maar een feestje voor zijn nog levende broers en zus met aanhang , schoonfamilie, kinderen en kleinkinderen, ja dat moest er wel van komen. En ’s avonds nog een paar directe buren en speciale vrienden.

Ach heden, wat liep die lieve vrouw toch te tobben over de weersverwachting, Harms peinsde, had zij nou nog niet geleerd dat jij noch iemand anders daar ooit wat aan kon veranderen? Toen ze gingen trouwen was het smoorheet. En nu? Een zware verwachting van regen en onweer met hagel. ” ‘ t Zou wat, ’t komt zoals het komt Wapse, dat heb ik wel geleerd in die 50 jaar.

Enfin, de Beerenburger staat koud, de wijn koel en de rest is uitbesteed Wapse. We doen het gewoon thuis. Geen fratsen, noch toeters en al helemaal geen bellen. Dus alleen met de eigen aanhang. Scheelt ook een aanhanger aan allerlei gesjouw, gesjor en gerommel. In een overdekte zaal? “

Dat zag Harms al helemaal niet zitten.

“Ga je nog speechen, Harms?”

Harms knikte.” Zeker man. Zeker, vijftig kantjes. Voor ieder jaar een bladzijde. Lijkt mij geweldig.” ” “Je meent het, vijftig kantjes tekst? Man waar haal je dat vandaan?” Wapse wist niet wat hij hoorde. En de gasten vermoedelijk ook niet, om een rolberoerte van te krijgen. Harms zag het al voor zich.

Hij grijnsde. ” Kijk mijn beste, dat ga ik ze vertellen. Zeggen dat mijn speech, en of ze er maar even voor willen gaan zitten, vijftig kantjes gaat tellen. Ben benieuwd hoeveel er dan nog blijven zitten. Scheelt zeker een flinke slok op vele borrels, zal ik maar zeggen. En na bladzijde 1 zeg ik: voor de rest beste mensen, voor de rest van mijn betoog moet ik u verwijzen naar de geschiedenis die wij samen grotendeels hebben meegemaakt. Ik heb er geen actieve herinneringen meer aan en ik ga jullie er ook niet mee vermoeien. Neem een borrel, glas wijn, of wat dan ook en wij proosten op dit jubileum met elkaar. Het ga jullie goed”.

“Harms, jij bent wel een snurker hoor, zouden ze erin trappen? “

“Ik denk het wel Wapse, want ze weten dat ik heel lang van stof kan zijn. Maar wat ze niet door hebben, heb ik heel mijn leven al begrepen, dat ik ook heel kort (af) kan zijn. ” “Ah, je bent dus toch een gewone Fries bedoel je, met Veluws zand in de (r)aderen”. De beide mannen stapten intussen naar de trappen van ’t Zielhoes. “Verhip, Wapse, net als in het huwelijk. Soms lukken de dingen niet zoals je denkt, is de tent gesloten! Nou die borrel houd je te goed.”

Meewarig keek Wapse om zich heen. Harms bleef echter niet bij de pakken neerzitten. Hij opende de fietstas en tot grote verbazing van Wapse werd er een echte Beerenburger ontkurkt. De beide mannen hadden vervolgens heel wat af te keuvelen. Net zoals later op het feestje in huize Harms met familie buren en wat speciale vrienden.

En het was nog lang heel gezellig.

Nunspeet, 22/26 augustus 2023

De ontmoeting met de jeugd van tegenwoordig.

“Nou nou, moet je die zien” sprak Japie  bijna verontwaardigd. “Die Harms. Zit me daar een beetje sippig voor zich uit te staren. Wapse, ik snap het niet, maar Harms is niet positief gestemd vandaag.”

“Ach, Japie, iedere piano heeft wel een beetje een vals toontje. Zal met Harms ook wel zo wezen. Snappen doe ik het ook niet, want ik zag hem gisteren nog in zijn tentje op het Nieuwe Doedelplaatsje van staatsbosbeheer.

 “Oh, is ie weer wezen kramperen? Tja, dat verklaard alles. Zal ik hem maar het recept van het huis aanbieden? “ Wapse keek eens naar zijn vriend Schele Japie. De kastelein, van alle markten thuis, was eigenlijk wel een beste vent. “Nou, Japie, ik denk dat een stevige borrel misschien beter aan Harms besteed is, maar jouw bruinenbonensap, ik weet het niet zeker, maar uit zijn geschriften, hij zou zo maar eens “ja” kunnen zeggen.” 

Japie schoof al richting het kleine tafeltje in de hoek. Harms was altijd wel een beetje  een vreemde teruggetrokken vrije vogel, maar vandaag zat ie er niet lekker bij.

“Dag Harms, man tijd niet gezien? Zin in een bakje troost van het huis? “ Beetje afwezig keek Harms nu naar Japie. “Ach ja, Japie, doe maar. Een smaakwatertje kan ik wel gebruiken”. Harms keek warempel al weer wat beter uit zijn ogen zag Schele Japie. En hoewel hij maar een oog goed kon richten merkte hij meteen op dat hij bij Harms in de roos schoot.

“Wezen kramperen, Harms?” Japie kon natuurlijk onmogelijk zijn nieuwsgierigheid verborgen houden. Wapse keek op de achtergrond toe. “”Zullen we het maar met zijn drieën  nuttigen?” De vraag stierf weg . Japie was al naar de tap en Wapse kwam al snel naar Harms toe om ook zijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Harms had de vrienden uit de Friese Wouden heus wel in de smiezen, maar deed alsof ook zijn neus water kon ruiken. Nou, geheimpje, Harms ruikt geen flikker. Maar dat terzijde.

“Tijd niet gezien, Harms,” begon Wapse.

Harms zweeg. Laat maar branden, die jongen, van Friese geïnteresseerdheid naar een nieuwtje. Ooit had zijn vader gezegd dat de Woudfriezen wel tuk waren op een nieuwigheidje. Ze sjokkerden er maar wat graag achteraan. “Huh,” dacht Harms, dat zal dus vast niet alleen bedoeld zijn voor geestelijke zaken. In het echt blijkt het ook wel. 

Terwijl Japie de weer verrukkelijke bruinenbonensap met enig gekletter op de tafel had gezet, de dampen van dat brouwseltje zelfs de neusgaten van Harms – en niet voor het eerst- hadden bedwelmd van vreugde en ook nog eens voorzien van een heerlijk stuk Fries suikerbrood, schoten de mistflarden van melancholie bij Harms weg als sneeuw voor de zon.

Potdorie, die vent met zijn koffie, nergens beter dan in de Gulle Gaper.

“Ja, vrinden, dat doet een mens goed,” begon Harms. “Net zoals die prachtmensen die ik gisteren ontmoette op de camping. Eerst een vriend uit mijn geboortedorp. Ach die jongen was zo blij als wat dat hij er even tussenuit kon. Volgens mij is hij gewoon een beetje jaloers. Hij zou het ook wel willen, maar ja, mogen? Ik heb wel wat met hem te doen. En dan, jonge mensen, met fatsoen. Met vriendelijkheid. Wat zeg ik, echte adspirant Barkleyrenners, maar dan anders. Best spul dat jonge spul tegenwoordig dat nog met een tentje over de woeste Veluwse gronden trekt. Verhipte vriendelijk en aardig. Al moest Dominic niet veel van die Barkleyrenners hebben. Hij vond ze, netjes gezegd een beetje “behoorlijk van het padje “ om zijn woorden maar in “het net” neer te zetten. Beleefd, kortom: ik dacht aan mijn jeugd. Hoe ik als boerenkinkel, sorry boeren, door het leven ben gegaan. Ik hoop er toch nog wat goeds van te hebben gemaakt. Alsnog, al loop ik op mijn eind. Nou ja, bijna dan. En anders kan ik gewoon wat fietsen”.

De mannen keken elkaar eens aan. “Jong volk op de camping? Toch niet met een tent zeker, tegenwoordig gaat alles en iedereen toch met een camper, Harms?” Wapse stootte zijn vraag als een dolk naar Harms. Oh oh, wat wilde hij toch graag meteen alles weten.

Harms slurpte maar eens rustig aan zijn lekkere bak koffie. “Ach, Wapse, doe alles maar met een slakkengang, dan duurt het leven lekker lang.  Een wijsheid, Wapse, die ik leerde op een van de kampeerplekjes in de Gelderse vallei. En zo is het. De jongelui van tegenwoordig hebben er gelukkig zeg ik, best wel wat verstand van. Ze trekken er al lopend met hun rugzak over de Veluwse grond lekker voor een weekend tussen uit. Vermaken de oude garde, zoals ik , met hun uitnemend enthousiasme en eigenlijk kan zo’n dag en ochtend niet meer stuk. En ja, zelfs een leuke tip werd gewaardeerd. Daar kun je een pepermuntje voor in je mond steken.”

Nou, de mannen snapten er niet veel van. Maar Naomi en Domenic nu des te meer.

Verbaasd over de woordenvloed van Harms keken de mannen eens naar elkaar. ’t Leek erop dat Harms begon te ontdooien.

“Gisterenmorgen stak ik mijn doffe kop even buiten het tentdoek en ja hoor, zegt Domenic bijna gelijktijdig met zijn vriendin Noami “Goedemorgen Harms, leuk je te zien! Goed geslapen? “

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1ED12C26-B5AE-43B0-A1C7-9BC2F0766543_1_105_c-1.jpeg

Nou mannen, ik verzeker jullie, zo aardig tegenwoordig, zo beschaafd. Ik ben er bijna ontroerd van. En ik had dat wel even nodig. Zat er de laatste tijd wel een beetje doorheen”.

De mannen zwegen samen. De kruik van de Beerenburger had Schele Japie allang ontkurkt. De borreltjes gleden langzaam door het keelgat. Harms zweeg en staarde in het niets.

“Harms,” begon Wapse, “ik brand van…”

W””Wat, stoof Harms overeind, dat woord Wapse, dat woord wil ik nu even niet meer horen. En als je dat herhaald Wapse, en zijn ogen schoten vuur, dan, Wapse kom ik hier niet weer. Japie, ik wil nu afrekenen”. 

Verbouwereerd keken de mannen elkaar eens aan. Japie zijn schele oog zat helemaal op de poolster. Het zuiderkruis was net voor zijn andere oog niet  meer bereikbaar. Ze keken elkaar stomverbaasd door de uitval van Harms, aan. “Eh Harms, is goed. Eh , eh, is van de zaak..”mompelde Japie met de schrik in zijn stramme knieën .

Harms zijn baard wipte van verontwaardiging in alle richtingen. “Google maar eens op mijn adres, joh, en dan snap je wel dat ik allergisch ben voor dat woord”.

Met een ruk was Harms opgestaan. Tranen van gekrenkte gevoelens speelden op. 

Ergens in de verte zwierde een ligfiets. Een oude man. Tranen welden op. “Brand, Brand, Waardeloos. Waardeloos, “ mompelde hij. Maar zijn woorden verdwenen in de leegte van zijn bestaan.

Nunspeet, 30 oktober 2022

Onthouding?

“Zo Japie, die koffie is heel best.  Jonge, die Harms, da’s toch een vreemde vogel, vind je niet? Dat ie pas hier kwam met die tas vol. Wilde hij ineens een mes.  Ik dacht dat ik gek werd. En hij keek me daar een partijtje chagerijnig.  Maar dan heeft ie ineens een Friese kruidenkoek in die tas zitten. Tegenwoordig weet je het maar nooit.”

Japie keek eens naar Wapse.  Tjonge wat is die vent toch scheel, dacht Wapse. Inmiddels drong de geurige aroma van de koffie ten volle door aan Wapse. Machtig, wat een heerlijk geurend bakkie kan die schele Japie toch zetten .  Toch eens achter zijn geheim aangaan, denkt Wapse.

Dan gaat de deur open en ja hoor, in vol ornaat stapt Harms binnen.

Pagina 2 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén